|
We kennen in het hier beleden Avatámsaka (Hwa-jèn) boeddhisme het gezegde dat de verschillende levensvormen elkaar niet in de weg staan. Dat wordt hier geïllustreerd: "Ieder onderdeel heeft zijn specifieke plaats, en het object kan slechts heel genoemd worden zolang en zodra ieder individueel onderdeel zich onderscheiden kan van de andere onderdelen."
Hier wordt het anders zijn niet gepresenteerd als iets dat dan in vredesnaam maar getolereerd moet worden, maar iets dat respect, viering en stimulering verdient. In die zin is de Huayen-leer, en het boeddhisme in zijn bijna-totaliteit gelijk aan het hinduïsme dat de schijnbare chaos van deze wereld accepteert, wetend dat er een onderliggende eenheid is, maar ook dat er "gedeald" moet worden met de relatieve werkelijkheden, dat ze de moeite waard zijn. Het hinduïsme gebruikt in dat verband woorden als religieus substratum, zijnde het Ene of het Goddelijke. Boeddhisme, althans mahāyāna-boeddhisme heeft het liever over sunyatá, het potentieel van bewustzijn (en bewust zijn) in zijn nog onaangesproken vorm.
Naar de nieuwspagina
|
|
|
|