DE BLOEMENKRANS SOETRA

Avatámsaka Soetra


DEEL TWEE

Boek Vierendertig


Oceaan van Fysieke Kenmerken van Boeddhalichamen





(De eerste twee boeken beschrijven de cosmische mándala.
In het derde boek begint de beschouwer-meditator zich hiermee te identificeren.)

"Toen sprak Bodhisattva Samánta-bhàdra tot de overige Bodhisattvas: 'Nu zal ik jullie vertellen over de oceaan aan kenmerken van de Boeddha.
Bovenop Boeddha's hoofd zijn de tweeëndertig kenmerken van een groot mens [mahā-purúsha]; ze zijn verfraaid met juwelen. Onder deze kenmerken bevindt zich die van de verhevenheid [of grootheid] genaamd "het licht dat alle regionen doorstraalt" van waaruit onmetelijke netwerken van machtige lichtstralen [door de werelden] gaan. Het is versierd met alle bijzondere juwelen, het is bedekt met juwelenhaar dat zacht, vol en fijn is, en iedere haar straalt juwelenlicht uit dat alle grenzeloze werelden vult, en in ieder van die werelden is een manifestatie van Boeddha, voorzien van alle kenmerken van Boeddhaschap."


Het boek eindigt met
"Vairocana Boeddha heeft zoveel van deze kenmerken van grootheid als er atomen zijn in tien "Bloemen-Schatkamer-oceanen-van-werelden", ieder lichaamsdeel versierd met sublieme kenmerken van triljoenen juwelen."

De kenmerken van een Groot Wezen, een mahā-purúsha, vinden we in de vedische literatuur. Dit idee, of deze beelden heeft het Boeddhisme overgenomen, en daarvan wordt binnen het boeddhisme gezegd dat ze manifest zijn aan zowel een wereldheerser, cakra-vartin (spreek: tsjàkra-vàrtin), als aan een Volkomen Verlicht Boeddha die anúttara-samyak-sambodhi (volmaakte verlichting) heeft behaald.

De lijst die hier in de Avatámsaka Soetra wordt gegeven dient, meer dan de oude opsommingen, als evenzovele metaforen voor Boeddha's Weten (bodhi), Kunnen, Verlicht zijn, omdat dit de enige manier is om die verhevenheid nog enigszins aan te duiden.

Voordat de beschrijving, of omschrijving, of aanduiding van de Boeddha's fysieke kenmerken van start gaat, wordt er verteld wat die machtige lichtstralen die vanuit Boeddha's kruin alle richtingen uitgaan allemaal te zien geven. In die beschrijving wordt gesproken over "wolken". Het tiende stadium van het Bodhisattva-cultiveren zoals dat in boek 26 wordt aangeduid, maar niet om- of beschreven, heet "Dharma-wolk", dharmamegha. Eigenlijk is er nooit verteld wat daar nu mee bedoeld wordt. Dit boek 34 geeft een eerste aanzet, maar pas boek 37 vertelt het helemaal, en in de Lotus soetra, het 5de hoofdstuk, komt het voor in de context van een parabel over planten en regen.
De opsomming van wolken en wat ze tonen is in dit vierendertigste boek heel uitgebreid. Een paar voorbeelden kunnen het wellicht wat duidelijker maken.

Er zijn "wolken van licht, ... die de cosmos vullen, ... die universeel Ontwaken manifesteren, ... die [wolken] van kennis zijn ... ; immense wolken die alle Boeddhas weerspiegelen, ... [wolken] van lichtsferen ... waar alle wezens Boeddha vóór zich zien zitten, [op het moment dat hij] alle kwaliteiten van het werkelijkheidslichaam van boeddhas en bodhisattvas prijst, [op het moment dat hij] hen introduceert in het zuivere rijk van de Verlichtten."
Dit is een citaat uit het negende van tien grote wolken-manifestaties. Daarna volgt een andere serie omschrijvingen van "kenmerken van grootheid" die ieder spreken over "wolken" als in,

"Vervolgens is er een kenmerk van grootheid dat 'wolk van bewust zijn van de afstammingslijn [lineage] van boeddhas' heet, dat versierd is met oneindige juwelen-lichten met duizend sferen, dat van binnen en van buiten door en door zuiver is, dat geboren is uit wortels van het goede uit het verleden; die lichten doorstralen de werelden in de tien richtingen, ze steken de zon van kennis aan, verspreiden de oceaan aan waarheden."

Deze "kenmerken van grootheid" zijn 32 in getal, en vormen daarmee de Avatámsaka Soetra's opsomming van de Boeddha's Tweeëndertig Karakteristieken van een Groot Mens, de dvā-trimsan mahā-purusa-laksanāni.
Daarna volgen een 62-tal omschrijvingen van de fysieke kenmerken van Boeddha. Deze 62 beginnen wel met het benoemen van een lichaamsdeel, maar daar wordt vervolgens een geheel esoterische inhoud aan gegeven, telkens met de omschrijving van een van de verheven kwaliteiten of inzichten die de boeddha, de Bodhisattva-Mahāsattva die boeddha genoemd mag worden, vervolmaakt heeft.
Zo wordt de haartoef tussen de wenkbrauwen omschreven als "het kenmerk van Grote mensen: het wordt lichtwolk die de cosmos doorstraalt genoemd."

De bijlage geeft een lijst van 32 kenmerken zoals die gevonden wordt in de Làlita-vistāra en de Pāli Mahāpadāna; ze is opgenomen in Konov's restauratie van de Dasa-sahásrika-prajñā-paramitā, behorend tot de vroege mahāyāna.(1)
Noot
(1) Een van die kenmerken wordt hier behandeld.




Naar de bijlage

Het woord Bloemenkrans staat voor Perfecties die we kunnen behalen en dan als het ware aanbieden aan Boeddha die ons geleerd heeft wat die Perfecties zijn en hoe ze vergaard moeten worden.

Een engelse vertaling werd uitgegeven door Shambala


Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme