Lees eerst even over De krulletjes van Apollo.
We hebben het over de tijd waarin Alexander de Griek naar het oosten optrok om uiteindelijk India te veroveren. Dat is lang geleden.
Begin 2025 maakte iemand een super-charmante afbeelding van de grieks-bactrische koning Menander (in de Pāli-canon Mi linda genoemd) en de monnik Nāga-sena. Menander met, kijken we goed naar de ondergenoemde tekst, ingehouden humor, ondervroeg Nāgasena over diens levensfilosofie.
Dat gesprek is terecht gekomen in het volumineuze werk de Milinda-panha, de kennis van Milinda. Bhikkhu (= monnik) Pésala (= vriendelijk, welgemanierd) een britse theravāda-monnik, heeft er "het debat van (met) koning Milinda" van gemaakt. Er is immers sprake van vraag en antwoord, moet hij gedacht hebben.
Onderzoek heeft uitgewezen dat alleen het eerste hoofdstuk een weergave of interpretatie van dat gesprek is, en dat de rest er later aan is toegevoegd door ijverige denkers-schrijvers die vonden dat er nog wat aan ontbrak. Dat gebeurde vaker, in het verleden. Meestal valt dat er via de inhoud of schrijfwijze wel uit te filteren.
Dit ter gelegenheid van een
artikel, met aangehecht een
Youtube-filmpje over Grieken uit de oudheid die wat boeddhisme in de mix deden, of althans meenden dat ze wat boeddhisme in hun denken en schrijven meenamen. Dat waren er minder dan een handvol, overigens. Dat, volgens de ondergenoemde Youtube-kanaal eigenaar, nogal wat naar het oosten getrokken Grieken het boeddhisme gingen aanhangen moet nog bewezen worden, en we kunnen niet zeggen dat de makers van zogenoemde grieks-boeddhistische kunstuitingen — let op de woordvolgorde — uit het toenmalige
Gandhara boeddhisten waren. Vergelijken we het met vandaag dan zijn er bijvoorbeeld heel wat architecten die kerken en kathedralen ontwerpen zonder zelf katholiek te zijn. Je bent een vakman/-mens en je levert wat gevraagd wordt — in principe, als je 't kan en er tijd voor hebt, en 't oplevert.
Niet alleen is er in die tijd waarin Grieken naar India dachten te kunnen doorstoten sprake geweest van Menander, geen Griek maar een bactrische vazalkoning van de Grieken (verder dan Bactrië geraakten ze niet), die overigens niet zelf over zijn ontmoeting met Nāgasena lijkt te hebben bericht, maar ook was er een man als Pyrrho van Elis, die geen boeddhisten ontmoette, of althans niet over hen berichtte, maar die (pre-)hindu-asceten (sadhus) tegenkwam die hij omschreef met "gymnosofisten", de sadhu-sectie die lichaam en geest menen te kunnen scheiden middels ver doorgevoerde yoga-posities zoals een leven lang op 1 been staan en andere zelfkwellende lichaamshoudingen(1).
Die omschrijving van "gymnosofisten" is blijven hangen. Heel aansprekelijke pianowerken van Erik Satie heeft bijvoorbeeld de verzamelnaam Gymnopédies.
Verder heeft de spreker het over ene Scylax, een vroeg-griekse wereldreiziger die hij overigens voorzichtigheidshalve niet rechtstreeks in verband brengt met de boeddhistische vestigingen die Scylax voorbij de Indus ontmoet zou kunnen hebben. Hij heeft het over een rots-inscriptie uit oost-Pakistan waarop in min of meer Grieks, d.w.z. het griekse alfabet, de tekst "namo o bodo, namo o douarmo, namo o saggo" gelezen kan worden.(2)
Genoemde Scylax schijnt dan de vinder van munten te zijn geweest die boeddhistische uitingen tonen in de griekse schriftsoort van die tijd. Handelaren mixten en matchten er wat dat betreft op los; ieder koninkje kon in principe zijn eigen munten slaan met al dan niet zijn portret, en al dan niet een of andere spreuk of religieuze uiting. In koninkrijkjes als Gandhára, Kúntala, Kuru (koeroe), Màgadha, Panchála, Shákya, Sura-séna, Suràshtra, en Vidàrbha (wiki: Coinage of India) werden vanaf de 1e eeuw voor de westerse jaartelling munten geslagen, en uiteraard gingen die mee met de karavanen die van oost naar west trokken waar op gezette plaatsen wisselkantoren waren ingericht.
In wat toen Bactrië heette: Afghanistan, Tajikistan, Uzbekistan, Turkmenistan, het oosten van Iran, en Pakistan, werden vanaf de 3e eeuw voor de westerse tijdrekening munten geslagen, te beginnen met die van Diodotus-I, eveneens een Bactrische Griek, die evenmin Griekenland had bezocht. Aan de in de aanhef getoonde rotsinscriptie zou geconstateerd kunnen worden dat ze het antieke Grieks aanpasten aan de schriftsoorten van de regio, en de inscriptie die in het Youtube-file getoond wordt getuigt daarvan met zijn wat verbasterde toevluchtsformule tot het 3-voudig juweel.
De eigenaar van het Youtube-kanaal, Andrew M. Henry — er hangt een Ankh-teken achter hem aan de muur — ratelt er opgewekt op los, de kijker en luisteraar moet wel geboeid blijven. Zijn kanaal heet niet voor niets "religion for breakfast".
(1) "Monniken, er zijn twee dingen die niet gepast zijn, niet nagevolgd moeten worden door iemand die thuisloze is geworden.
Daar is het nastreven van zintuiglijk genot [hedonisme], dat laag is, vulgair, de weg van de wereld, niet nobel, en niet naar het doel leidend.
En
daar is het nastreven van zelfkwelling, dat pijnlijk is, niet nobel, en niet naar het doel leidend."
(2) Laten we de fantasie de vrije loop dan hebben we hier te maken met iemand die in wat hem betrof het Grieks iets op de rotswand liet uitkerven. En wat hij liet uitkerven was wat hij uit mondelinge overlevering had vernomen: de belangrijkste woorden uit de toevluchtname, en wel in een Prakrit-achtig dialect (de r van dharma). We hebben het daarmee over de post-Hinayāna-periode. Hoe dan ook, alle stromingen, de vroege en de late, hebben dezelfde formule behouden, in welke taal dan ook. In het Pāli klinkt het: "
Buddhàm saranàm gacchámi
(Ik neem toevlucht tot de Boeddha.)
Dhammàm saranàm gacchámi
(Ik neem toevlucht tot de dhamma [Hybr.Skr. dharma].)
Sanghàm saranàm gacchámi
Ik neem toevlucht tot de sangha [gemeenschap].)
En dat wordt 3x herhaald.
(In het "chinees" is het: Gwei yi Fo, gwei yi Fa, gwei yi Sang)
|
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl 
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
| |