|
■ Jon Tran en zijn gezinnetje zijn opgeklommen op de religieuze ladder. Medio november wordt Jon tot anglicaans priester benoemd/gewijd. Vanaf dat moment gaat hij werken in de australische plaatsen Flemington en Cairnlea.
Wat zegt Jon over de bevolking waarover hij zich alvast als geestelijk leider ziet? In zijn thuishaven van Cairnlea zag hij niets dan een boeddhabeeld op een plein in het centrum, en boeddhisten in de straten. "Je zou zeggen dat er geen christenen waren", zegt hij. Dat kon toch niet. Hij moest toch nodig het licht van het evangelie naar die (boeddhisten-)gemeenschap gaan brengen.
Jon is Vietnamees van geboorte, en voorzover ondergetekende het kan waarnemen kunnen Vietnamezen — 30% in Cairnlea — behoorlijk luidruchtig zijn, en niet echt geneigd elkaar's geloof, levensbeschouwing, en zeker niet elkaar's politieke voorkeur voor zoete koek aan te nemen. Neemt echter niet weg dat Jon zich tussen een 18% chinees-etnische bevolking plus de nodige boeddhistische ethnisch-Vietnamezen in de hoek gedrukt moet hebben gevoeld, dan ga je terugduwen.
En om dat te doen beroept ook hij zich (net als N. van Israël) op een gezegde uit het bijbelboek Habakkuk 2:14.
Volgt (een deel van) het boeddhisme een verhaal als dat over de "wereldheerser" die t.z.t. het boeddhisme (in dat deel van de wereld dat de Indiër toen kende) weer in volle glorie zal herstellen, de god van Habakkuk gaat dat ook doen, maar dan ook overal, ook temidden van de wallevissen. Dat is niet onaardig, daarmee zegt zelfs (een deel van) het christendom dat de dieren bewustzijn hebben, en het dus waard zijn iets van verheffing mee te maken. 'Nog is Polen niet verloren', zouden we het poolse volkslied na kunnen zeggen.
Goed, dan over dat licht, en over de brede, resp. de nauwe weg. Daarover vindt de geïnteresseerde een paar woorden hier (licht), hier (licht), en hier (het brede pad).
En wanneer Christianity Today klaagt dat ze in Myanmar vervolgd worden, gaan we maar eens terugschelden. Ten oosten van de grote rivier hebben zich de meeste kerkgenootschapjes gevestigd. Wie aan de andere oever staat ziet zo een rijtje van 3 of zelfs meer van die kerkjes die vanaf de 90-er jaren daar zijn neergezet door charismatische bewegingen. Wanneer ze niet met elkaar in oorlog zijn over wie gelijk heeft, en wie de meeste aanhangers — ze zijn bezeten door het 'meer = beter' — halen ze zoveel mogelijk families uit de etnische minderheidsgroeperingen binnen. Die worden van alles op de mouw gespeld: christen zijn = modern zijn; modern zijn is welvarend zijn; welvarend zijn is de oude cultuur achterlaten en bijna, bijna net zo goed als de westerse mens worden.
En als goed christen mag je des zendeling's kliniekje bezoeken, je kinderen naar zijn schooltje sturen, goederen ontvangen die van overzee worden toegestuurd, en de anderen, de niet-christenen, de heidenen, hebben maar toe te kijken: net goed.
Zo hebben deze charismatici hele dorpsgemeenschappen uit elkaar gehaald; de natuurlijke vorm van samenwerking voor projecten voor het algemeen worden verwaarloosd, onderlinge hulp bij het zaaien of oogsten blijft achterwege tenzij alleen de nieuwe christenen elkaar bijstaan, en vanaf de kansel wordt met name het boeddhisme verketterd.
En dus laten we geen traan wanneer christenen in de rurale gebieden van Myanmar klagen over onderdrukking. Je oogst wat je zaait. Me dunkt dat dit een bijbels gezegde is.
|
|
|
|
|
|
Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.
|
Stichting onder nummer 20138036.
|
| |