DE BLOEMENKRANS SOETRA

Avatámsaka Soetra


Bijlage vier bij boek 12





Boek twaalf, "Meest Vooraanstaande in Goedheid", eindigt met de mededeling, "dit is het einde van de tweede verzameling (of bijeenkomst)." Er moet dus nog een "eerste verzameling" zijn geweest, en wellicht een derde en volgende. We moeten maar aannemen dat deze manuscripten verloren zijn gegaan, of een tot nu toe onbekend bestaan leiden als zelfstandige tekst, niet geïdentificeerd als behorende bij dit boek uit de Avatámsaka Soetra.

Een van de passages in dit boek verwijst naar de "8 vormen van bevrijding". Opsommingen als deze zijn niet echt des Soetras. Het is dus mogelijk dat ofwel de passage, ofwel grotere delen van boek twaalf later zijn toegevoegd.
De passage gaat als volgt:

"De geest van Boeddha's volgelingen verblijft in de acht vormen van bevrijding
en de transformaties die ze tentoonspreiden zijn niet gedaan met voorbedachten rade:
Met één lichaam kunnen ze vele lichamen manifesteren,
en vele lichamen kunnen ze terug brengen tot één lichaam....."


Hier zit niemand te toveren; dit is wat een meditator ziet wanneer hij zijn visualiserende geest richt op wat zijn of haar grote voorbeeld, in de geest, vermag. De beelden komen uit een tijd en een streek waar heel wat yogin de meest onvoorstelbare dingen konden, als demonstratie van hun bevrijding.

Die acht vormen van bevrijding (Hybr.Skr.: asta-vimòksa) zijn acht stadia op het meditatieve pad, althans, acht stadia op een bepaald meditatiepad, vandaag behorend bij de esoterie:

  1. Wanneer verlangen naar een object verrijst, wordt dit object als het ware ontleed, in dit geval vooral naar zijn onreinheid (asubha, spreek: asòeba). Dan is er bevrijding.

  2. Wanneer er onbewogen meditatie is, en er geen verlangen naar een wezen (of subject) is, dan is er bevrijding.

  3. Wanneer de geest zich richt op het zuivere of reine om zo een staat te bereiken die vrij is van obsessieve begeerte, dan is er bevrijding.

  4. Wanneer er gemediteerd wordt op de oneindigheid van de ruimte (op het immateriële), dan is er bevrijding.

  5. Wanneer de oneindigheid van kennis wordt gerealiseerd, dan is er bevrijding.

  6. Wanneer er de realisering van "er is niets" (na kinci) is, dan is er bevrijding.

  7. Wanneer er de geestestoestand is waarin er noch gedachte, noch afwezigheid van gedachte is, dan is er bevrijding.

  8. Wanneer een staat van geest is bereikt waarin er finale uitdoving (niródha) is, dus nirvāna, en van afwezigheid van ondervinden (vedanā) en van bewustzijn (samjñā), dan is er bevrijding.


Doorheen deze acht zitten zowel aspecten van de vroege dhyāna, als aspecten uit andere vroeg-boeddhistische meditatiemethoden, zoals de meditatie op onreinheid.

Daarmee zijn we bijna aan het eind gekomen van de bespreking van boek twaalf. Een tweetal citaten die gekozen zijn vanwege hun indringende schoonheid sluiten een en ander af:

"De verschillende stemmen van mannen en vrouwen,
de roep van vogels en andere dieren,
het geluid van de oceanen, rivieren en de donder,
kunnen in de mensengeest een gevoel van vreugde opwekken —
hoeveel temeer is iemand dan niet verheugd wanneer hij beseft dat de aard van geluid als de echo is, ...."

"De oceaan(1) heeft heel bijzondere kwaliteiten -
ze kan alles en allen met gelijkmoedigheid weerspiegelen;
ze bevat levende wezens, kostbare schatten, rivieren en stromen —
alles bevat ze, en weigert niets en niemand ...."

(1) Zie voor oceaan ook de leerrede over het Grote Voortgaan en de bijlage ervan.




Het woord Bloemenkrans staat voor Perfecties die we kunnen behalen en dan als het ware aanbieden aan Boeddha die ons geleerd heeft wat die Perfecties zijn en hoe ze vergaard moeten worden.

Terug naar de startpagina

Naar het volgende boek

Een engelse vertaling werd uitgegeven door Shambala


Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor boeddhisme