DE BLOEMENKRANS SOETRA

Avatámsaka Soetra


Boek Twee


Bijlage - De Bodhisattva in de Avatámsaka Soetra




EEN PAAR ALGEMENE WOORDEN OVER DE BODHISATTVA


Wanneer we er van uitgaan dat de Pāli-canon uit de Theravāda-stroming van het Boeddhisme de oudste tekstlagen bevat, dan vinden we in die collectie canonieke werken, in de Nikāyas, bijvoorbeeld in de Majjhima Nikāya I, p.17, maar ook in andere geschriften, de plaatsen waar voor het eerst het woord bodhisatta gebruikt wordt. Daar wordt Sakyamuni Boeddha gevraagd naar zijn levensloop en In die MN-tekst zegt hij "O Brahmaan, in de tijd voorafgaand aan mijn Volledige Verlichting, toen ik nog een bodhisatta was, nog niet Volledig Verlicht, kwam dit me in gedachten: ... ."(1)
Behalve op een enkele andere plaats waar zeer summier gesproken wordt over de toekomstige Boeddha op aarde, Maitreya, komt het woord bodhisatta in de Pāli (en Sarvasti-vāda-) canon verder alleen nog voor in latere teksten zoals de Buddhavàmsa, de Cārya-pitaka, en vooral in Buddhaghosa's werken waar hij zegt: "Een bodhisatta is verbonden met kennis (wijsheid); de betekenis is die van intelligent mens, een man van inzicht, een wijze. Omdat hij zijn voornemens opvatte aan de voet van voorgaande Boeddhas, is deze man een wijze geweest, niet zomaar een dwaas (andha-balo). Daarom wordt hij bodhisatta genoemd."(2)
Buddhaghosa leefde in het Noordindiase Bodhgaya in de 5e eeuw, juist op het moment waarop de Mahāyāna-geleerden hun bodhisattva-opvattingen duidelijk gingen definiëren als iets heel nieuws, anders dan de oudere Theravāda-visie zoals die onder andere door Buddhaghosa werd verklaard.

Een zelfde opvatting toont de vroegste Mahāyāna-collectie geschriften, de Perfectie van Wijsheid of Prajña-paramitá-collectie, maar geeft daar een nieuwe, tweede betekenis aan: de bodhisattva is niet alleen een wezen dat naar Verlichting streeft, maar is verlichting zelf. Zo citeert Yuichi Kajiyama in zijn "On the meanings of the words Bodhisattva and Mahasattva in Prajñaparamita literature" de commentator Haribhadra's werk waar deze zegt: "Hij (de bodhisattva) is verlichting omdat hij naar verlichting tracht door middel van wijsheid(sontwikkeling), en hij is een levend wezen omdat hij, dankzij zijn grote mededogende geest, de gestalte van een wezen aanneemt."(3)

Het duurt dan tot Mahāyāna-, of Grote Voertuig-werken van iets latere datum voordat het woord bodhisattva - maar nu dan ook veelvuldig - in een totaal nieuwe context gebruikt gaat worden. In die vroege Grote Voertuig-werken worden de namen Arhat, d.w.z. de Verlichtte die de Vier Stadia van Meditatie-concentratie (dhyāna) heeft doorlopen, en de bodhisattva met elkaar in contrast gesteld, en is een bodhisattva een 'Verlichtend Wezen', een wezen dat heel actief anderen bijstaat op het pad naar Boeddhaschap. Zeer pregnant vinden we, in die eerste eeuwen van de westerse jaartelling, die opvatting terug in de Lotus soetra en de Avatámsaka soetra.
Die nieuwe opvatting over de bodhisattva als gids wordt dan in nog weer latere tijden uitgebreid tot zelfs niet-ademende dingen zoals de wierookwolken die in de ochtend vanuit de tempelhal opstijgen en meehelpen de geest van de recitanten voor die dag in de juiste richting te zetten.

Er is in het Pakistaanse Tàxila een zilveren rolschildering gevonden die zou dateren van het jaar 136 WJ, waarop het woord bodhisattva voorkomt in een samenstelling bodhisattva-g(r)aha, bodhisattva-huis of -kapel.
In het derde jaar van de Kashmir-Gandhara-koning Kánishka brachten de monnik Bala (kracht) en de non Buddha-mitra (Boeddha's vriendin) een bodhisattva-beeld vanuit de plaats Máthura naar het oosten, naar Kosambí. Hun tocht duurde vierenveertig dagen.
Al bij de start van de eerste Chinese vertaalbureaus onder leiding van de monnik An Shih-kao waren "De complexiteiten van het bodhisattva-leerstuk al bekend", zegt L.R. Lancaster in zijn "The Bodhisattva Concept."

De bodhisattva-carrière begint op het niveau van de gewone mens, voorzover we ons gewoon mogen noemen, en eindigt op een onzegbaar niveau waar nog slechts Boeddhakwaliteit is. En aangezien Boeddha alle kwaliteiten is, zijn de manifestaties daarvan, de Bodhisattvas, ontelbaar.
Op het niveau van de gewone mens neemt men zich voor de bodhi-citta te ontwikkelen, de permanente staat van geest die gericht is op het bereiken van Boeddhaschap doorheen het weldoend aanwezig zijn in de wereld. Ook hier is een contrast met het vroege Arhat-ideaal. In die vroege opvatting wordt gezegd dat men zich eerst zelf maar eens moet bevrijden, d.w.z. Arhat worden, vooraleer men anderen kan helpen - want fouten zijn gemakkelijk gemaakt. De aspirant-bodhisattva neemt ofwel dat fouten maken op de koop toe, ofwel springt niet verder dan zijn/haar polsstok op dat moment lang is.
Overigens wordt de Grote Bodhisattva Bodhisattva-Mahāsattva genoemd. Mahā-sattva betekent Groot Wezen. De naam wordt in principe alleen gebruikt voor die Bodhisattvas die met naam en toenaam in de Soetras voorkomen, en niet voor hun volgelingen die nog niet dezelfde vermogens hebben ontwikkeld.

Tot niet zo lang geleden werd in het Westen gezegd dat de bodhisattva, die op het hoogste niveau, zijn Verlichting uitstelt om de wezens bij te kunnen staan. Dat is onjuist. Verlichting is er altijd al geweest, in ieder wezen, het moet alleen geactualiseerd en gerealiseerd worden. Dat is, lezen we de Mahāyāna-geschriften er op na, hetgeen de bodhisattva dan ook doet. Als gevolg beseft deze dat er "niets te bereiken valt" zoals het zen-adagium luidt. Boeddha en Bodhisattva waren en zijn een.

Het pad van de bodhisattva wordt uitgebreid beschreven in alle boeken van de Avatámsaka soetra. Er is een specifiek boek, het laatste, waarin een jongeling genaamd Sóedhana 52 geestelijk leiders en leidsters bezoekt vooraleer hij op het eindpunt is aanbeland. Hier worden de in Azië zeer populaire 52 stadia van bodhisattvaschap beschreven. Dat in deze legendarisch-mytische ruimte tijd afwezig is, blijkt uit het feit dat Soedhana aan het eind van zijn lange zoektocht nog steeds een jongeling is.
Hij heeft dan echter wel zijn Boeddhaland, dat wil zeggen, zijn boeddhistische praktijk-theorie bereikt, en nodigt vervolgens anderen uit naar zijn land te komen, dat wil zeggen, met hem te cultiveren tot aan Boeddhaschap.
Sóedhana's zoektocht eindigt waar ze begon, namelijk aan de voeten van Samánta-bhadra bodhisattva, geestelijk broer van Manjushri bodhisattva (noot 2) die in datzelfde boek over Sóedhana en diens zoektocht niets dan lovende woorden heeft over Samánta-bhadra.
Noten
Bodhisatta en Bodhisattva betekenen allebei het zelfde. Het eerste woord is een weergave in de taal die Pāli heet, en het tweede is de verlatijnisering van het Sanskriet. In het klassieke Sanskriet komt het woord niet voor; we vinden het slechts in het zogenaamde Hybrid-Sanskriet.

Uitspraak van moeilijke namen: De U wordt uitgesproken als OE; de C en CH worden uitgesproken als DZJ; de G wordt uitgesproken als de zachte limburgse g; de J wordt uitgesproken als DJ, dhyāna = djaana, en Vairocana = Vairóódzjana.

(1) mayham pi kho brahmana pubbe va sambodha anabhisambuddhassa bodhisattass'eva sato etad ahosi ...

(2) De Sarattha-ppakasini, Vol.II, p.21: bodhiya satto bodhisatto. ñanava paññava pandito to attho. purimabuddhanam hi padamūle abhinharato patthaya pandito va so satto, na andhabalo ti, bodhisatto.

(3) Prajñabalena bodhyalambanad bodhis casau mahakrpasayena sattvalambanat sattvas ceti bodhisattva ity uktah, yatha 'sbhalambanasamadhir asubheti.

Laten we voor ogen houden dat in religieuze zaken de woorden 'waar' of 'onwaar' niet gelden. Een religieuze opvatting is een opvatting en geen wetenschappelijk verifieerbare stelling. Hier geldt een ander universum.


SAMANTABHADRA BODHISATTVA IN DE AVATAMSAKA SOETRA


Een paar citaten:
"In landen, zoveel als er atomen in de cosmos zijn
Verschijnt hij [Boeddha] in alle congregaties;
Dit rijk van kennis, van het verspreiden van [Boeddha-]lichamen
Kan vastgesteld worden in de praktijk van Universele Goedheid [Samanta-bhadra]."

"Na te zijn doorgedrongen in de verreikende geloften van Universele Goedheid
Brengt ieder Boeddha's Leer aan het oppervlak;
In de oceaan van Vairocana's leringen
Oefenen ze [ de Bodhisattvas] Boeddhaschap en worden er meester over."

"Waar Bodhisattva Samanta-bhadra toe Ontwaakte
Prijzen alle Boeddhas met vreugde..."

Het zal niettemin tot de boeken drie en zesendertig duren voordat Bodhisattva Samanta-bhadra met zoveel woorden wordt beschreven, met betrekking tot respectievelijk de meditatie en de praktijk.

De Bodhisattva zoals deze beschreven wordt in de Avatámsaka Soetra is een andere dan bijvoorbeeld Avalokiteshvara Bodhisattva uit de Lotus Soetra.

In de Avatámsaka is de Bodhisattva een vlot en vaardig middel (upāya) voor monniken die zich in afgelegen streken wel Boeddha's gestalte en woorden voor ogen willen halen, maar niet zo respectloos zijn om hem van verre of posthuum aan het woord te laten.

De Boeddha die niet fysiek aanwezig is, maar wel gevisualiseerd wordt produceert, bijvoorbeeld, in dit tweede boek als bij magie een illusoire Bodhisattva vanuit de haartoef tussen de wenkbrauwen, en deze prijst Boeddha, en vertelt wat de kern van de Boeddha-Dharma is, en hoe deze beoefend en beleefd moet worden.
Dat produceren moeten we eigenlijk andersom begrijpen: niet Boeddha produceert, maar de mens die zich Boeddha voor ogen heeft gehaald schept vanuit de eigen geest een beeld waarin een Bodhisattva verschijnt, nu hier, dan daar.
Wat de Avatámsaka Bodhisattva wél is
De bodhisattva, of het 'Verlichtende Wezen' zoals het door sommigen wordt vertaald, is in de Avatámsaka Boeddha's woorden en Boeddha's handelen, als bij magie en illusoir geproduceerd door de cosmische Boeddha, ervaarbaar voor wie zich een dergelijke manifestatie voor de geest wil halen, zo lang als die manifestatie duurt, en onzichtbaar voor wie daar geen behoefte aan heeft.

De Avatámsaka-Bodhisattva onderwijst uit naam van Boeddha,
hij/zij brengt de Boeddha-Dharma in praktijk,
hij/zij helpt de wezens die iets lager op de ladder staan op weg naar Boeddha-schap.
Wat de Avatámsaka-Bodhisattva niet is
Deze Bodhisattva is geen godheid,
deze Bodhisattva heeft geen smekelingen,
deze Bodhisattva manifesteert zich, maar uitsluitend als Dharma-leraar,
en deze Bodhisattva is niet de liaison tussen Boeddha en de mens - - dat zou wel de meest on-Boeddhistische invulling zijn die men aan het concept Bodhisattva kan geven.


Niets is zeker, maar deze upāya-vorm van de Bodhisattva zou wel eens de oudste vorm kunnen zijn, ouder dan die in andere Mahāyāna-soetras waarin de Bodhisattva al snel als wezen wordt opgevoerd voor hen die gebeden tot hem of haar richten, opdat zij geholpen worden te krijgen wat gevraagd wordt - zie daarvoor Ava-loki-tesh-vara die in de Lotus Soetra zeelieden in nood bijstaat die hun hele geest op haar richten.
Dat wil niet zeggen dat deze 'reddende' functie een verkeerde zou zijn; alle tradities en subtradities binnen het Boeddhistische huis hebben een bodhisattva-opvatting die functioneel is binnen die stroming. Verketteren is niet de weg van de Boeddha-Dharma.



Naar het onderling doordringen en het onbeweeglijke

Het woord Bloemenkrans staat voor Perfecties die we kunnen behalen en dan als het ware aanbieden aan Boeddha die ons geleerd heeft wat die Perfecties zijn en hoe ze vergaard moeten worden.

Terug naar Boek twee, pagina een

Een engelse vertaling werd uitgegeven door Shambala


Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme