Het vijfde stadium - niet verward zijn
In dit stadium wordt niet verward zijn geïdentificeerd met samma sati, juist aandachtig bewust zijn dat we ook al tegen kwamen in boek 15(1) waar het staat voor een stabiele, onbewogen geest. In boek 26 wordt het vergeleken met de nek, het scharnierpunt tussen hoofd en romp.
In dit voorliggende boek 21 is er in iemand het juiste aandachtige bewust zijn wanneer hij of zij niet afgeleid is, wanneer de geest stevig gevestigd is, ondoordringbaar, zuiver en wijds; wanneer er geen waandenkbeelden zijn, en geen verwarring. "Dit is juist aandachtig bewustzijn", zegt de tekst.
Dan heeft dit tekstgedeelte ook nog een passage over geluid die ons zowel herinnert aan een paar passages in de Lotus Soetra(2), als aan een passage uit de Surángama Soetra(3):
Boek 21 zegt,
"... deze Bodhisattvas kunnen niet van slag gebracht worden door wat voor geluid dan ook - hard geluid, grof en verward geluid, angstaanjagend geluid, prettig geluid, onprettig geluid, oor-beschadigend geluid, gekmakend geluid .... Ze zijn voor geen moment van slag of verward [door dit geluid]."
Noten
(1) boek 15
(2) Een van de passages over geluid in de Lotus Soetra gaat over Avalokiteshvara Bodhisattva: "Je zou kunnen denken aan Avalokiteshvara wiens geluid als dat van de wolken en de drum is, die donderend geluid voorbrengt als een regenwolk, die een grote stem heeft als Brahma, een stem die alle tonen kan laten horen."
(3) Zie Quan Shr Yin's meditatie op het horen.
"Wat is de Bodhisattva-Mahāsattva's praktijk van goede manifestatie? Hier zijn de Bodhisattvas zuiver in gedachte, woord, en daad; ..."
De bron voor deze leerstelling, die massieve aandacht krijgt binnen de tantrische praktijken, heeft het over "lichaam, woord, en geest", hetgeen op het zelfde neer komt.
Die bron vinden we dan in de Kleine voertuig-leringen zoals die bewaard zijn geworden in de Kaya-gata-sati sutta(1) uit de Majjhima Nikāya (no. 119 - spreek: madjhíma), resp. Madhyama-āgama-collectie (no. 81).
In deze leerrede (passage nr. 9 in de MN) wordt gesproken over lieden
Naar de tweede kolom
|
|
die "voorzien waren van slechte handelingen met lichaam, woord en geest. Ze spraken slecht over de nobelen, ze hielden er als gevolg verkeerde meningen op na, en gingen na het uiteenvallen van dit lichaam een slechte toekomst tegemoet. Maar die mensen die voorzien waren van goede handelingen met lichaam, woord en geest gingen na het uiteenvallen van het lichaam naar gelukkiger bestaansoorden overeenkomstig hun karma.
Noot
(1) kaya = lichaam; gata komt van gati, geboren zijn. Die bestaanstoestanden (gati) zijn niet eeuwig. Ook na dit leven blijven we heen en weer zwalken, tot aan volkomen verlichting.
"Ze verblijven in de aard van de ware werkelijkheid(1), in de afwezigheid van inherente werkelijkheid of zelf-aard [svabhāva](2).
Noot
(1) In de volgende bijlage over het zevende (en achtste) stadium wordt eindelijk verteld wat "het rijk van de werkelijkheid" is.
(2) svabhāva wordt uitgebreid behandeld in de Lankāvatāra Soetra.
"Ze [de Bodhisattvas] kunnen met geen mogelijkheid beschreven worden."
"Deze Bodhisattvas vormen de volgende gedachte: ... in alle werelden is er slechts verbale expressie, en verbale expressie heeft geen basis in feiten. En verder is het zo dat feiten geen basis hebben in woorden."
Er wordt dan aan toegevoegd dat "alle werelden stil, zwijgend, zijn."
Ook in het kader van andere Geschriften werd al gewezen op deze veelvoorkomende constatering - (zeker onder meditatoren die "uit hun meditatie verrezen" en gevraagd wordt "hoe het ging") - die inhoudt dat het toch maar raar is dat je onder elkaar met bepaalde klanken bepaalde fenomenen in de wereld kunt aanduiden.
Waarom zeggen we tegen een boom 'boom' en niet 'xutbn' of zoiets? En wat heeft zo'n klank te maken met die boom, of wat heeft die boom te maken met die klank? Niets!
Het is daarom dat er binnen de Huayen-stroming gezegd wordt dat de fenomenen in de wereld elkaar wel weerspiegelen, als in de juwelen van Indra's Net, maar dat de verschillende levensvormen elkaar daarmee nog niet in de weg zitten, -- noch elkaar bij de hand houden, hetgeen een gedachte is die in Noordwest-Europa goed zou aanslaan, maar net een sentimenteel tandje te ver gaat.
|