"De gezegende Boeddha die deze Bodhisattvas in zijn meditatie wilde vestigen die "het tevoorschijn komen van de leeuw"(1) heet - die des Boeddhas is -, liet nu vanuit de haartoef tussen zijn wenkbrauwen een licht schijnen genaamd 'het in het licht zetten van het verleden, het heden en de toekomst, waarbij alle paden getoond worden die tot in het rijk van werkelijkheid(2) leiden'. Die lichtkolom werd vergezeld van zoveel stralen als er atomen in ontelbare boeddhalanden zijn, en daarmee zette hij alle landen doorheen alle oceanen aan werelden doorheen de tien windrichtingen in het licht."
Merk op dat het Boeddha er om te doen is alle wezens, in de eerste plaats de Bodhisattvas, Boeddha te doen worden.
Daarop ziet de menigte die alle boeddhalanden doorschouwt
"een Bodhisattva op het hoogste niveau van verlichting, zittend op een leeuwentroon(3) ... [die] de onovertroffen allerhoogste, meest perfect verlichting(4) binnengaat", en ze zien hem onderwijzen met een verscheidenheid aan bovennatuurlijke manifestaties, en
"met een veelheid aan woorden en uitdrukkingen."
En al die Bodhisattvas die opnieuw een veelheid aan transfiguraties zagen
"waren verenigd door de gezegende Vairócana Boeddha, door de 'vier integrerende methoden'(5), door het eender zijn van waardige handelingen in het verleden, .... enzovoorts."
Na deze episode gaat het gezelschap een serie
"oceanen van mystieke projecties" binnen die Vairócana geschapen heeft, en waarin gecontempleerd wordt op ongehecht zijn, op zoheid, op gelijkmoedigheid, en bijvoorbeeld ook op de
"onbreekbare praktijk" die in vaktermen
samayā heet, het je binden aan je eigen geloften.
Samayā is een belangrijk concept zowel binnen het chinese boeddhisme waar het de gewijdde herinnert aan de bodhisattvageloften, als in de tibetaanse stromingen waar het de vaste band tussen de leerling, de praktijk, en de leraar symboliseert.
Het is dan Manjushri die in een 13-tal verzen samenvat wat er tot dan beleefd is; hij bezingt zijn Dharma-broeder
:
"Alle landen van boeddhakinderen uit het verleden, heden en de toekomst - die [wezens] die grote heelmeesters zijn |
zijn [nu] gezuiverd dankzij de praktijk van Samantabhadra."
Zodra Manjushri uitgesproken is gaat het gezelschap
"zoveel poorten van groot mededogen onderdoor als er atomen in ontelbare boeddhalanden zijn; ze behalen een nog groter vermogen om alle wezens goed te doen."
En opnieuw ondergaat men een ontal aan mystieke transfiguraties die ons, de lezers, impliciet vertellen dat er niets is waarin de Bodhisattva zich niet tonen kan.