De vraag van de keizerin
Op een dag vroeg keizerin Wu Zetian (spr.: ze tjèn) aan meester Fazang: Eerwaarde meester, ik begrijp dat de mens op twee manieren kennis kan verwerven: door ervaring - de directe benadering, en door deductie - de indirecte benadering. Ik begrijp ook dat de eerste vijf bewustzijnen (de 5 zintuigen) en de ālaya (het Opslagbewustzijn) alleen maar toegankelijk zijn via de directe benadering, terwijl de toegang tot het zesde bewustzijn, 'geest', beide benaderingen toelaat. Daarom zijn de onderzoeksresultaten door middel van de bewuste geest niet altijd betrouwbaar. Veel Geschriften zeggen dat de directe ervaring betrouwbaarder is dan de indirecte deductie, en dat ze ook verhevener is. U hebt mij de Hwajèn-leer met grote helderheid en inventiviteit uiteengezet. Soms ben ik zelfs bijna in staat mij de uitgestrekte Dharmadhātu het oneindige universum voor de geest te halen, hier en daar een paar punten in die grote Totaliteit aan te raken. Maar ik realiseer me dat dit alles slechts resultaat is van indirect deduceren en gissen is. Men kan vóórdat Verlichting is bereikt de Totaliteit niet werkelijk onmiddellijk, spontaan begrijpen. Maar ik vraag me toch af of u, met uw inventiviteit, me toch niet een demonstratie zou kunnen geven die het mysterie van de Dharmadhātu onthult - inclusief zulke wonderbaarlijke dingen als "het alles in een", en "het ene in alles", inclusief het gelijktijdig verrijzen van alle (levensbe)rijken, het onderling doordrenken en insluiten van alle dharmas (fenomenen), de niet-obstructie tussen tijd en ruimte, en nog meer. Na enig nadenken zei Fazang, "Uwe Majesteit, ik zal het proberen. Binnenkort zal ik een demonstratie geven." Een paar dagen later leidde Fazang de keizerin een geheel met spiegels bekleedde kamer binnen. Overal waren spiegels: aan de wanden, aan het plafond, op de vloer. Vervolgens nam Fazang een Boeddhabeeld en plaatste het in het midden van de kamer, met een brandende toorts er naast. De rede over de spiegelkamerUwe majesteit, dit is een demonstratie van de Totaliteit in de Dharmadhātu. In iedere spiegel in deze kamer ziet u iedere andere spiegel weerspiegeld, met in al die spiegels het Boeddhabeeld. En in ieder van die spiegels, alle weerspiegeld in die ene spiegel ziet u opnieuw alle andere spiegels, inclusief het Boeddhabeeld; daar ontbreekt er geen. In deze demonstratie wordt het wederzijds doordrenken en insluiten duidelijk gemaakt.Hier zien we nu een voorbeeld van het ene in alles, en alles in het ene, ofwel het mysterie van (levensbe)rijken die elkaar tot in alle oneindigheid omvat houden. Het principe van het gelijktijdig verrijzen van verschillende rijken ligt hier zo voor de hand dat het geen verdere uitleg behoeft. Deze oneindige weerspiegelingen van verschillende rijken verrijzen hier alle tegelijkertijd, zonder de minste inspanning; dat doen ze als vanzelf, op een volmaakt harmonieuze wijze. Wat betreft het principe van niet-obstructie van ruimte, dat kan op deze wijze gedemonstreerd worden ... (waarop hij een kristallen bal uit de mouw van zijn ceremoniële gewaad haalde en dit op de palm van zijn hand legde). Uwe majesteit, nu zien we al die spiegels en hun weerspiegelingen weerspiegeld in deze kleine kristallen bal. Hier hebben we nu een demonstratie van het kleine dat het grote omvat houdt, en ook van het grote dat het kleine omvat. Dit is een demonstratie van de niet-obstructie van afmetingen, of ruimte. Wat betreft de niet-obstructie van tijd - het verleden dat het heden binnentreedt, en de toekomst die in het verleden binnengaat, dat kan in deze demonstratie niet getoond worden, omdat we hier met een statisch gegeven te maken hebben, iets wat de dynamische kwaliteit van tijdelijke elementen mist. Een demonstratie van de niet-obstructie van tijd als zodanig, en van tijd en ruimte onderling kan met gewone middelen niet goed gegeven worden. Men moet al op een ander niveau zijn om dit gedemonstreerd te kunnen zien. Hoe dan ook, majesteit, ik hoop dat deze eenvoudige demonstratie hier u heeft bevallen en doeltreffend is geweest. De afbeelding toont de beginregel van de Avatámsaka soetra. |