Even voorbijgaand aan het thema: niet extremistische hindus maar moslim-invaders vernietigden Nālandā, dan lezen we in een 13 oktober 2022-artikel, online gebracht door de redactie van The Hindu Post, "stukjes" geschiedenis die hier voordien in dergelijk detail niet bekend waren.
We lezen: "Minhaj-i-Siraj, de islamitische geschiedkundige uit de sultanaat-periode legt in zijn boek Tabaqat-i-Nasiri, verschenen in 1260, uit hoe de plunderaar Bakhtiyar Khilji de tempels en universiteiten in het oosten van Bharat (India) vernietigde. .... (het gaat over) de vernietiging van een vihāra in Odànta-pura, en hoe alle inwoners werden gedood, en dat er niemand meer was die hem (Bakhtiyar Khilji) kon vertellen wat er in die boeken stond."
Verder lezen we: "... de tibetaanse monnik Dharmaswamin, die in 1234 naar Bharat kwam om boeddhisme te studeren ... (zag dat) Nālandā bijna helemaal was vernietigd, met uitzondering van 2-3 gebouwen. Een meer dan 90-jarige monnik, Rahul Sri-bhadra, 4 pandits (leraren) en 70 monniken waren (na berichten vanuit Delhi) achtergebleven en vluchtten (bij de komst van Khilji) ook ... waarbij Dharmaswamin zijn (oude) leraar op zijn schouders droeg."De ondergenoemde Ram Puniyani stelt dat Dharmaswamin de naam Khilji niet heeft genoemd. Dat mogen we overigens interpreteren tegen de achtergrond van de leefregels voor monialen waarin staat dat vingerwijzen, beschuldigen, kwaadspreken, verboden is.
Op 25 juni 2024 echter schrijft Ram Puniyani een boos stuk in The Wire waarin hij stelt dat Khilji dacht dat Kila-i-Bihar een fort was waar nogal wat te halen viel. Hij viel Kila-i-Bihar aan, en latere generaties hebben dit geïnterpreteerd als zijnde een aanval op Nālandā. Maar Nālandā, meent Ram Puniyani, lag niet op Khilji's route. In de verschillende verslagen heeft hij niet kunnen lezen wie dan wel de lont aan het kruitvat heeft gelegd.
Wel herhaalt hij verhalen over asceten (tirthika, d.w.z. jaïns, ws. de digàmbara) en brahmaanse "mendicants" (ws. de sadhus zoals we ze vandaag kennen), die tijdens een dispuut met boeddhistische monialen — in de bibliotheek, zo moeten we begrijpen — een zon-aanbiddingsritueel volvoerden waarbij as en vonken (brandende stukken hout) in het rond werden gestrooid. Dit zou de alles verwoestende brand hebben veroorzaakt.
|
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
| | |