Uit het archief van www.buddha-dharma.nl






KERALA

Bijna-afwezigheid boeddhisme in het verleden




november 2021
Geschiedenis heeft het dat Sri Lanka de invasie door de Cholas, een veroveren-gezinde etniciteit uit Zuid-India, niet kon weerstaan omdat in die begin 11de eeuw de srilankaanse koning zijn huursoldaten uit onderandere Kérala niet meer betaalde en deze mannen dus in de bosjes verdwenen of overliepen. Daar zou dan een zekere invloed van het boeddhisme op deze indiase deelstaat vastgesteld kunnen worden.

Veel eerder, zo wordt gezegd, zouden er al tijdens Boeddha's leven monniken afgereisd zijn naar onderandere Kérala (maar meer nog naar Tamil Nadu). Er wordt gezegd dat hier historisch bewijs voor geleverd is.
Er is in Tamil Nadu in de zevende eeuw sprake van een vervolging van boeddhisten door de Pándyas (in de 6de eeuw, bij de herrijzenis van deze tribe). Dan spreken bronnen over een vervolgde etniciteit en staatje als dat van de Kalábhras. Zij zouden naar Kérala zijn uitgeweken. Zo wordt gezegd dat een aantal hindutempels later zijn opgetrokken op de fundamenten van door deze Kalábhras gebouwde vihāras. Men heeft het dan over de huidige Vadakkunnathan-tempel in Trichur, de Kurumba Bhagavathi-tempel in Cranganore, en nog een aantal andere.

Zelfs in de wikipedia-pagina worden de Kalábhras beschreven als schurken die de "duistere periode" in Tamil Nadu bracht. De Dharma Dispatch beschrijft hoe dit een bewust geschapen vijandbeeld is geworden waar geen tastbaar bewijs voor aangedragen kan worden. Een van de bronnen in Dharma Dispatch, iemand die de groepsnaam Kalábhras in verband brengt met een term als "baby olifant", meent dat de Kalábhra-invasie van het Pándya-rijk niet veel langer geduurd kan hebben dan een jaar of vier, als het al plaats vond, en dat er uit de historische bronnen niet gehaald kan worden dat Tamil Nadu (de Pándyas) ooit een "dusitere tijd" heeft meegemaakt als gevolg van de (langdurige) aanwezigheid van de Kalábhras.(1)

Ondanks dat Kérala vanuit het noorden — klimmen over de centrale bergrug — voor levensbeschouwelijke stromingen uit dat noorden iets makkelijker bereikbaar was dan Tamil Nadu wordt toch gezegd dat bekerende inspanningen van een Shankaracharya (788-820 nC) niet erg groot waren. Dat, zo vervolgt een bron, lag anders met een andere hindu-geleerde als Guru Prabha-kara. Zijn inspanningen zouden oorzaak zijn geweest voor een bijna totaal verdwijnen van boeddhisme in Kérala.(2)



(1) India is minder dan 80 jaar vrij van koloniale invloeden. De geschiedschrijving komt pas nu in volle omvang op gang; er liggen in verschillende bibliotheken nog metersdikke palmbladgeschriften te wachten om tenminste geïnventariseerd te worden.

(2) Zie de introductie tot de Lankāvatāra soetra waarvan ik veronderstel dat deze in het zuiden van India, in ca de zesde eeuw gecomponeerd zou kunnen zijn geweest onder de druk die men voelde vanuit de Pándyas en de door hen beleden vorm van hinduïsme. Die vorm kan het mimāmsā-systeem, meer bepaalde de nàstika-filosofie, het materialisme-atheïstische van Prabha-kara zijn geweest.




Terug naar de India-pagina

de archiefpagina | de Soetraspagina



Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme