Begin oktober 2019 hield de voorzitter van de maatschappelijke beweging de RSS, een beweging die buiten India bekend staat onder de noemer "hindu-nationalistisch", een bewust negatieve noemer, zijn jaarlijkse toespraak.
Wat de heer Mohan Bhagwàt hier over het onderwerp religie te berde bracht lijkt bij nadere overweging een variant te zijn op de vroeg-boeddhistische (Pāli) parabel over de voetafdruk van de olifant. Daar bestaan twee canonieke teksten over, de Kleine Leerrede over de voetafdruk van de olifant (Cula-hatthi-pado-pama Sutta) en de Grote Leerrede over de voetafdruk van de olifant (Maha-hatthi-pado-pama Sutta). Ga er maar van uit dat de Kleine de oorspronkelijke Leerrede is, en dat de Grote een uitbreiding is door monniken die zo enthousiast waren over de Kleine dat ze er nog wat aan toe wilden voegen.
Kort gezegd komt die Leerrede er op neer dat Boeddha zijn Leer vergelijkt met de voetafdruk van genoemd dier. Die voetafdruk is zo groot dat alle andere voetafdrukken van alle andere dieren er ruimschoots in passen.
Daarmee wilde hij, of althans de schrijver die zijn woorden had onthouden en ze later optekende, maar zeggen dat zijn Leer compleet is, en dat er geen andere levensbeschouwelijke stroming was (en is) die daar nog wat aan toe kan voegen. Dat er wat aan zou ontbreken is een ondenkbaarheid. Waarmee niet gezegd wil zijn dat de olifant alle andere dieren "uit de markt" wil drukken; ieder heeft zijn nut en functie.
Vóór de onafhankelijkheid is India nooit een natie-staat geweest. In de oudheid was er sprake van elkaar beconcurrerende koninkrijkjes die op z'n engels princely states worden genoemd, en de laatste 5 eeuwen voorafgaand aan de onafhankelijkheid was het subcontinent een wingewest-kolonie. Daarna, weinig andere voorbeelden hebbend — het japanse imperium kon niet als voorbeeld dienen — namen de eerste bestuurslagen de administratie, de staatshuishouding, en de jurisdictie (en de taal) van Groot-Britannië over. En alhoewel de britse staatskerk zich nadrukkelijk op alle terreinen manifesteert, horen we Britten zeggen dat ze de grootste atheïstische natie ter wereld zijn. Ook daar is secularisering een voor velen wenselijke maatschappijvorm, samen met een grote mate van individualisme.
De eerste generatie landsbestuurders van India hebben deze materiële en immateriële karakteristieken overgenomen en zich eigen gemaakt. Pas bij het aantreden van wat "de regering Modi" wordt genoemd, vanaf 2014, maar zeker bij zijn tweede ambtstermijn in mei 2019, is het woord "swa-déshi" dat al veel eerder werd geïntroduceerd door een volksbeweging als de RSS, meer op de voorgrond gekomen.
Daar hoort een nieuw, of oud-nieuw discours bij. We zien pogingen om de Artha-sastra(1) en de saivistische āgama weer nieuw leven in te blazen, evenals een toegenomen belangstelling voor verhandelingen uit de oudheid over astronomie, en genees- en plantkunde.
Swadeshi betekent "van het land" of "tot het land behorend".
Waar eerdere voorzitters van de RSS, een beweging die een nationaal bewustzijn aanleren als hoofdthema heeft opgevat, nog eenvoudigweg het "een Indiër is een hindu" stelden, is de heer Mohan Bhagwàt, in 2019 de RSS-voorzitter, op de zetel der filosofen gaan zitten en heeft een koppeling gemaakt tussen "Indiër", swa-déshi", en"hindu". Wellicht heeft hij de in Azië veel voorkomende opvatting in gedachten gehouden die zegt: "Europeanen zijn christenen", een opinie die alleen al daarom een drogreden is omdat de stelling niet omgekeerd kan worden: men niet kan zeggen "christenen zijn Europeanen"; men zou in Zuid-Amerika nog verrast opkijken.
Evenals alle luilakken die te beroerd zijn om hun hersens te laten kraken stelt de heer Bhagwàt, in een jaarlijkse toespraak begin oktober 2019 dat "alle religies" uit zijn op dezelfde "waarheid". Hij laat zijn gehoor niet weten wat "waarheid" is, maar we zouden kunnen aannemen dat "waarheid" in zijn ogen "geluk" is, een woordje dat we langs de boorden van de Noorzee nogal eens vernemen. "Geluk" is echter geen universeel begrip, in die zin dat de monotheïst geluk zal zien als het aankomen in een paradijs, en de hindu — en boeddhist — geluk eerder denkt te vinden in het niet meer vindbaar zijn in samsāra, de kringloop van bestaan.
Omdat alle religies dezelfde waarheid nastreven, zo zegt de heer Bhagwàt nu, kan gezegd worden dat al diegenen die in India geboren zijn en die (dus) op weg zijn naar die waarheid hindu genoemd moeten worden, en het ook in alle opzichten zijn. Hij denkt dan in termen van de bovengenoemde trits van: Indiër = swadéshi. Swadéshi = hindu. Hindu = Indiër.
En omdat allen, in zijn opinie, op dit subcontinent dezelfde waarheid nastreven, is het helemaal niet erg dat de ene Indiër naar de kerk gaat, de ander naar de moskee, een derde naar een gurdwara, en een vierde naar een boeddhistische tempel. Ze zijn swadeshi, d.w.z. Indiër, d.w.z. hindu.
Meteen na de toespraak kwam de kritiek los, niet alleen van de politieke partij die voorheen zo lang aan de macht was geweest en een verklaarde fobie jegens de RSS heeft, maar uiteraard ook vanuit de moslims die leven in de wetenschap dat zich verwijderen van het moslim zijn, laat staan een andere levensbeschouwing aannemen volgens hun heilige geschriften volstrekt niet mag. Daar toonde zich de onwetendheid van de heer Bhagwàt, althans op dit punt; hij wist het niet, noch diegenen die, toch goedwillend als ze willen zijn, hem terzake raad gaven.
(1) Artha-shastra (arta sjastra). In een interview media juni 2020 meldde een onderzoeker naar deze tekst dat ze werd geschreven door Kautilja (Kautilya), een vriend van koning (keizer) Chandra-gupta Maurya, de grootvader van koning/keizer Asoka Maurya, de eerste Maurya die boeddhist werd. Zie daarvoor ook de pagina over Sri Lanka.
|
|