Robert Rauschenberg en de Amerikaanse zen-generatie De invloed van John Cage
|
Zonder de invloed te beschrijven die componist John Cage had op Rauschenberg is het niet goed mogelijk de kunst van de laatste te plaatsen, niet als Dada-geïnspireerd, en niet als vaag zen-geïnspireerd.En zonder te melden dat Cage's kunst geïnspireerd werd door Marcel Duchamp's Dada-kunst, is het niet goed mogelijk de kunst van Cage te plaatsen. Als we Danto willen volgen liggen de wortels voor dada bij Luther die Cranach's als beeldhouwwerk geschilderde kruisiging als tekst heeft willen opvatten en daarmee - zonder tot de daad over te gaan - de eerste iconoclast genoemd zou kunnen worden. Het opnieuw waarderen van het beeld zette zich in de loop der eeuwen min of meer ondergronds voort, en mondde uit in de zestiger jaren van de vorige eeuw, in dada en in de Amerikaanse Fluxus-beweging. Nadat eenmaal het beeld van zijn voetstuk was gestoten durfden, na voorlopers als Satie, ook de componisten de muziek te deconstrueren, op zijn kop te zetten, en durfden ze hardop de vraag te stellen wat nu eigenlijk lawaai was, wat geluid, en wat muziek. In Cage, die samen met Duchamp en anderen, waaronder misschien Rauschenberg (maar dat weten we niet precies) had geluisterd naar D.T. Suzuki's lezingen over boeddhisme en zen, is dit een levenshouding geworden. Want wat ervoer de meditator die de boeddhistische lijn volgde? Juist! Hij had zo'n last van het geluid! (nu krullen een paar mondhoeken omhoog). En wat vertelde Suzuki? Waarschijnlijk het verhaal over Quan Yin's "meditatie op het horen, en zeker de Huayèn-filosofie volgens welke alles deel van het verlichtte uitmaakt, dus alles gelijk en gelijkwaardig is, dus niets gekwalificeerd kan worden als "lawaai" versus "geluid" of "muziek". Cage en Rauschenberg begonnen ieder voor zich "monogrammen" te maken zoals de laatste dat noemde. Toen in 1952 David Tudor achter de piano kroop en Cage's 4'33" speelde, speelde hij het absolute wit, of het absolute zwart van Rauschenberg: niets. Het publiek dat er op dat moment niets van begreep voelde zich bedot en hoorde niet het geluid van de protesterende stemmen of het schuren van stoelpoten over een houten vloer: geluid, gelijkwaardig aan het geluid dat een pianist produceert. Achteraf hebben we makkelijk praten, maar toen was toch ook Cage niet in staat zijn concept over te brengen.(1) Daarmee was echter wel de tijd rijp voor een opnieuw waarderen van muziek. Toen een tiental jaren na de oeropvoering van 4'33" in het Amsterdamse Stedelijk Museum tijdens een van de op zondag uitgevoerde seriële werken het geluid van een brandweerwagensirene naadloos paste op de tonaliteit van het uitgevoerde stuk, wensten de "clasici" zich een geluiddichte zaal, maar viel bij anderen het kwartje. (foto: wit)Terug naar Rauschenberg. In 1952 waren Cage en Rauschenberg samen uitgenodigd om in het Black Mountain College in Noord-Carolina een happening te organiseren. Daar durfde Rauschenberg, geïnspireerd door Cage's inzichten, een stap verder te zetten met de schilderkunst, en beeldde hij zijn adagium dat hij "werkte in het gat tussen kunst en het gewone leven in" uit op een manier die zowel dat adagium volledig recht deed, maar ook dreigde een eind te maken aan zijn schilders-carrière. Hij maakte een aantal spierwitte doeken: geen kunst, niet het leven, maar prooi voor het zonlicht dat er mee doen kon wat zonlicht nu eenmaal doet: er overheen glijden. (foto: Jan Schoonhoven)
We mogen rustig stellen dat Nederlandse kunstenaars als Ad Dekkers en Jan Schoonhoven het er met het wit beter van afbrachten. Maar ook al wenste vooral Schoonhoven maar dan ook helemaal niets tot uitdrukking te brengen, hun kunst was nog steeds kunst, en viel niet in het gat tussen kunst en het leven in. Rauschenberg maakte nog een paar witten, en nog een paar zwarten - die hij monogrammen noemde, en had toen zijn punt wel gemaakt. Een van de zwarten komt voor op deze video. Hij keerde terug naar de kleur, en werd de meester van het incorporeren van gevonden voorwerpen in min of meer bewust tot stand gekomen schilderingen, collages, en aanverwante artikelen, met waarschijnlijk in het achterhoofd het zen-woord dat zegt dat niets rommel is, en alles bruikbaar. Over Rauschenberg's werk als ballet-ontwerper en hoe hij door het tantrisme werd geïnspireerd leest u op de volgende pagina. (1) In een bijdrage over psychologie en Boeddhisme in het 2007/8 winternummer van het blad Buddhadharma, citeert Mark Epstein MD Cage waar de laatste zei, "A sober and quiet mind is one in which the ego does not obstruct the fluency of things that come in through our senses and up through our dreams." Cage overleed in 1992. Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme |