KUMARAJIVADe zijderoutemonnik en belangrijkste van de vroege vertalers in ChinaDe biografie geschreven door Seng Chao, Kumārajīva's leerling
De naam Kumārajīva wordt in chinese transliteratie gegeven als Chiu-mo-lo-shih. De nederlandstaligen zullen doorgaans niet in staat zijn de op zowel op angelsaksische (-Chiu), als op chinese uitspraak (-shih) gebaseerde naam goed uit te spreken. In ieder geval, schrijft Arthur F. Wright, bestaat er de mogelijkheid dat het laatste component van de naam: -shih, wordt gelezen als het -shih in fu-shih "eerwaardigheid" (vandaag is fu-shih fa-shih geworden en betekent het "dharma (= fa-)persoon"). -Shih in Kumārajīva's naam is een "verchinesing" van -jīva (spreek: djiiva), het laatste deel van de naam Kumārajīva, en het Pāli jīva heeft hele diepe gronden. Het betekent "diepste wezen", uiteraard door in angelsaksische, op religieuze basis gestichtte universiteiten opgeleidde personen vertaald met ziel. De wiki-redacteur geeft er de betekenis in het hinduïsme en jaïnisme van weer, en gezegd moet worden dat het ook — buiten de kaders van de Moniers-Williams en PTS-woordenboeken — zo gebruikt wordt door boeddhistische vertalers wanneer er gewag wordt gemaakt van Boeddha's lijfarts die de naam dJīvaka droeg (geen nadruk op -va-). Het gegoochel met de naam van deze beroemde vertaler Kumārajīva illustreert de problemen die ontstaan bij het vertalen en verklanken van polysyllabie ("indiase" talen) naar monosyllabie (o.a. Chinees). Als we dan ook nog bedenken dat voor een aantal technische termen, van oorsprong Sanskriet, Hybrid-Sanskriet, en Pāli, in geen van de nog gebruikte talen bevredigende alternatieven te vinden zijn, en stuiten op plaatsen waar "getransliteratiseerde" woorden uit de ene taal worden "getransliteratiseerd" naar een andere, dan begrijpen we ook iets beter hoe Seng Chao op bepaalde plaatsen in zijn biografie en andere teksten zulke interpretatie-flaters heeft kunnen slaan. Seng Chao (spreek: sèng tsjaw) was al in Ku-tsang, Kumārajīva's oord van ballingschap, leerling geworden van de monnik die het chinese boeddhisme weer terug zou brengen naar een juist begrip van de technische termen.
Het enkele citaat dat wordt gegeven ter illustratie van boek 21 van de Avatámsaka soetra toont aan hoezeer Seng Chao geschoold was in, en beïnvloed door de voor-boeddhistische religieuze stromingen van zijn land. Hij heeft altijd geworsteld met het begrijpen van de finesses van Boeddha's leer zoals Kumārajīva die had meegebracht uit Serindia. Bron: L. p. 64/5(1) Het verzoenen of amalgameren van tegengestelden is het grote chinees-filosofische verlangen.(2) D.w.z. in Ku-tsang, dat op het moment dat Lü Kuang de stad innam nog de hoofdstad van Hou Liang was. (3) Hier moet het woord dao begrepen worden in de daoïstische zin van het woord. (4) Het jaar ch'u, 401. (5) Lü Lung werd door zowel de noordelijke als de zuidelijke Liang, een dynastie, aangemoedigd zich over te geven. (6) In een van de versies van de Prajña Paramitā Sūtra wordt (werd) voorspeld dat boeddhisme zich eerst naar het zuiden zou verspreiden, daarna naar het westen, en dan naar het noorden. Vanuit het perspectief van het Ganges-basin in Noord-India betekent dat eerst naar Zuid-India, dan naar de Zijderoutestaten, en dan naar China. (7) Dit waren alleen studenten van de Academy; het aantal monniken dat deelnam wordt gegeven als drieduizend. (8) De Vaipulya Soetras zijn de mahāyāna Soetras. In dit geval betrof het een werk met de naam Pañca-vim-sátika waarvan door de meeste commentatoren geegd wordt dat dit een hinduïstisch werk is.Hier is echter sprake van een deel van bovengenoemde Prajña Paramitā-collectie, en Rupert Gethin zegt ervan dat hier gesproken wordt over het negende stadium op het bodhisattva-pad. Dat wil dan zeggen dat naast de Diamant soetra, ook de "Pañca" het concept bodhisattva vermeldt, waardoor niet alleen de Diamant, maar ook deze Pañca tot de latere werken gerekend moet worden. |
|