VIMSAKA


Nāgārjuna's

Twintig zangen over de Weg van het Midden

Introductie





   
Nāgārjuna was een Zuidindiase boeddhistische meester uit de eerste of tweede eeuw westerse jaartelling. Hij onderwees aan de grote boeddhistische universiteiten in Noord-India. Er is waarschijnlijk, nadat Sakyamuni Boeddha over de aarde ging, geen groter cultivator/geleerde geweest dan Nāgārjuna. Zijn geschriften liggen aan de basis van de grootste boeddhistische stromingen die er na die tijd zijn gekomen. De voorliggende Vimsaka lijkt door zijn beknoptheid een geschrift dat - mogelijk - in korte tijd is gecomponeerd. Het bevat alle themas die ook aan de orde komen in het grotere werk, de Zangen over de Wortels van het Midden (Mulamadhyāmakakārikā).

Nog in Zuid-India, aan de kust van het huidige Andhra Pradesh, en verbonden aan het hof van koning Vikra-marka, hield hij zich bezig met alchemie, een kunst die hij van zijn leraar Pada-lipta (een jaïn?) had geleerd. Nāgārjuna was met name de guru van koningin Tsjándra-leeka (schrijf: Candra-lekha), een jaïna, die bij haar echtgenoot in ongenade viel, en werd weggegeven aan een ander heerser met de naam Vikrama-ditya. (de y wordt uitgesproken als j.) Het kan deze gebeurtenis zijn geweest die Nāgārjuna er toe bracht weg te trekken van het hof van de zuidelijke jaïns om eventueel, waarschijnlijk na zijn licht in Bengalen te hebben opgestoken over het boeddhisme, uit te komen in Nālandā in de huidige deelstaat Bihar. Daar moet de verwarring zijn ontstaan tussen de relatieve nieuwkomers, de Tibetanen, onder de studenten, en de oude garde die Nāgārjuna's optreden als leraar, gezien de bepaald niet identieke leer en wereldopvatting van de jaïns en de boeddhisten, niet vertrouwden. De oude garde trok weg, zoals we ook elders kunnen lezen, en de nieuwkomers, de Tibetanen, aanvaarden Nāgārjuna als een van hun belangrijkste leermeesters.
Uit niets in zowel zijn Vimsaka, als uit zijn Mūla-madhyāmaka-kārikā blijkt dat Nāgārjuna in zijn jeugd een jaïn zou zijn geweest. Uit beide teksten blijkt dat hij bijna ultra-rechtlijnig in de yoga-tsjára-traditie (Introductie "Over de ontstaanstijd") schrijf: yogacara) stond, hoewel met name de japanse Reine Land-traditie naar Nāgārjuna wijst als een van de eersten die hun leeropvatting verkondigde, althans een aanzet er toe, of delen er van. Zie ook de woorden op de pagina over Amitābha Boeddha plus pagina 2 over Nālandā.

Een paar woorden over de eventuele, mogelijke, of onmogelijke connectie tussen Nāgārjuna en Bodhidharma staan op deze pagina.

Zoals ook het geval bij de Tekst "Zangen vanuit Tushita" en andere mahāyāna-geschriften die op deze site voorkomen, wordt de lezer geacht een goede kennis te hebben van de aanvangsleer.





Naar de archiefpagina | Naar de Soetraspagina

Vertaling: bhiksuni Ratana.



Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme