MÁNGALA SOETTA
([PTS] Sn.258-269)
Het veelbelovende
Deze recitatietekst, een van de vroege voorbeelden, begint met voor de hedendaagse mens nogal ongewone uitspraken over deva. Het is dan ook bijna overal gebruikelijk dat recitanten-leraren, wanneer ze de tekst van commentaar willen voorzien, deze passages eenvoudigweg niet in hun beschouwing betrekken, en overgaan naar andere aspecten die meer tijd-aangepast zijn.
Dat staat wat haaks op sommige andere filosofische en religieuze stromingen waar er debat kan ontstaan over die uitingen in manuscripten die met de wetenschap van vandaag niet meer in overeenstemming te krijgen zijn. De leer van het boeddhisme is echter zo gestructureerd dat het reciteren van een wat ongewone tekst met gemoedelijke gelijkmoedigheid voorbij kan gaan; ook dat hoort bij de training van onderandere tolerantie en gelijkmoedigheid.
|
de Pāli-tekst
Evam me suttam kam samayam bhagavā Sāvatthiyam viharati Jetavan Anāthapindikassa ārāme,
atha kho aññatarā devatā abhikkantaya rattiyā abhikanta vannā kevalakappam Jetavanam obhāsetvā, yena bhagavā ten' upasamkami. Upasamkamitvā bhagavantam abhivādetvā ekamantam atthāsi. Ekamantam thitā kho sā devatā bhagavantam gāthāya ajjhabhāsi.
|
vertaling
Aldus heb ik het gehoord. Eens verbleef(1) de Bhágava(2) in de árama van Anátha-pindaka(3). Tegen het einde van de nacht verscheen er een deva die zo glanzend was dat het hele park van Jetavana (spreek: djeeta-vána) er door verlicht werd. Deze vertoonde zich aan de Bhágava, groette, en ging respectvol terzijde staan. Daar staand sprak hij in versvorm de Bhágava toe:
|
de Pāli-tekst
Bahū devā manussā ca mangalāni acintayum
Akamkhamānā sotthānam brūhi mangalam uttamam.
|
vertaling
Veel deva en mensen wensen het goede te bereiken, het veelbelovende(4)
Vertelt u mij alstublieft wat het veelbelovende is.
|
de Pāli-tekst
Asevanā ca bālānam panditānam ca sevanā
Pūjā ca pūjaniyānam etam mangalam uttamam
|
vertaling
(Antwoord:) Niet omgaan met dwazen(5) maar met wijzen,
hen eren die eer toekomt, dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Patirūpadesavāso ca pubbe ca katapuññatā
Attasammāpanidhi ca etam mangalam uttamam
|
vertaling
In een gepaste omgeving verblijven(6), goed werk(7) verricht hebben,
je op de juiste weg begeven, dat is het superieure veelbelovende.
de Pāli-tekst
Bāhusaccam ca sippan ca vinayo ca susikkhito
Subhasitā ca yā vācā etam mangalam uttamam
|
vertaling
Geleerd zijn, dingen zelf kunnen maken, gedisciplineerd(8) zijn,
(de leer) goed over het voetlicht kunnen brengen, dat is het superieure veelbelovende.
|
|
de Pāli-tekst
Mātāpitu-upātthanam puttadārassa sangaho
Anākulā ca kammantā etam mangalam uttamam
|
vertaling
Een steun zijn voor vader en moeder, vrouw en kinderen koesteren,
een net(9) beroep hebben(10), dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Dānan ca dhammacariyā ca ñātakanan ca sangaho
Anavajjāni kammāni etam mangalam uttamam
|
vertaling
De dhammacarin(11) (spreek: damma-tsjárin) en familie materieel ondersteunen,
zo handelen dat er geen kritiek gegeven kan worden, dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
ārati virati pāpā majjapānā ca saññamo
Appamādo ca dhammesu etam mangalam uttamam
|
vertaling
Een afkeer van kwaad hebben en er ver van blijven, geen geestbenevelende middelen gebruiken,
waardig voortgaan, dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Gāravo ca nivāto ca santutthi ca kataññutā
Kālena dhammasavanam etam mangalam uttamam
|
vertaling
Respectvol zijn, bescheiden, tevreden en dankbaar,
geregeld naar dhamma-uiteenzettingen luisteren, dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Khanti ca sovacassatā samanānam ca dassanam
Kālena dhammasākacchā etam mangalam uttamam
|
vertaling
Geduldige verdraagzaamheid betrachten, meegaand zijn, de nabijheid van monialen opzoeken,
geregeld naar dhamma-uiteenzettingen luisteren(12), dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Tapo ca brahmancariyā ca ariyasaccāna dassanam
Nibbānasacchikiriyā ca etam mangalam uttamam
|
vertaling
(13) Inzet tonen in het leven van de brahmacarin, de Nobele Waarheid voor ogen houden,
en gericht zijn op het bereiken van nibbāna (Skr.: nirvāna), dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
Phutthassa loka dhammehi cittam yassa na kampati
Asokam virajam khemam etam mangalam uttamam
|
vertaling
Weg van het wereldbeeld van de Phutthassa(14), niet meer getroebleerd(15) zijn,
vrij van leed, van bezoedelingen, in veilige haven (noot 3), dat is het superieure veelbelovende.
|
de Pāli-tekst
etādisāni katvāna sabbattha-m-aparājitā
Sabbhattha sotthim gacchanti tam tesam mangalam uttaman' ti.
|
vertaling
Zo leven ze, niet van hun stuk te krijgen, in onoverwinnelijke
gevoelens van welbehagen. Ja, dat is het superieure veelbelovende.
|
Uitspraakregels
De angelsaksische en germaanse talen leggen de klémtoon / klemtóón anders dan het (Hybrid-)Sanskriet en het Pāli. Het accent-aigu (vb. ó) en het accent-grave (vb. ù) zijn hier en daar extra toegevoegd vanwege de correcte uitspraak.
De ā, ū, ī etc., dus die letters met een plat streepje, worden lang uitgesproken, maar krijgen geen nadruk. In een woord waarin zo'n lange klank voorkomt wordt geen enkele lettergreep met nadruk uitgesproken.
Alleen het nederlands heeft samengestelde klanken zoals au, ie, ui, etc. Wanneer in andere talen, hier in het Pāli, schijnbaar samengestelde klanken voorkomen als in ....niyānam, dan wordt dit uitgesproken als ni-yānam, resp. ni-jānam
(De y uit andere talen wordt hier uitgesproken als j, en de j uit andere talen wordt hier dj als in de laatste regel: ...jitā, uitspraak: djitā.)
Het kernwoord mangalam wordt uitgesproken als mangalam met een g als in 'good'.
Noten en vaktermen
(1) Verbleef: vihárati.
(2) Bhàgava: Heer. Zie deze pagina.
(3) Een rijke handelaar-supporter.
(4) Het veelbelovende: mángala. 'Goed omen' kan ook een vertaling zijn. En omdat er aan gewerkt moet worden, het niet zomaar uit de lucht komt vallen, zouden we het ook kunnen zien als het gunstige resultaat van karma. Angelsaksische vertalers hebben het graag over 'blessings'.
(5) Bāla: kinderlijke dwaas.
(6) Hier wordt de monnik-meditator aangesproken die zich tijdens het regenseizoen in een eenvoudige hut kan terugtrekken.
(7) Puñña (spreek: poenja), veelal vertaald met 'morele verdienste'.
(8) vinaya, de levensregels voor monialen, niet voor gewone burgers.
(9) Kula/kulā wordt gebruikt wanneer er sprake is van sociale klasse, met name de bovenlaag van de maatschappij.
(10) Dit vers is bedoeld voor de gewone burger die geacht wordt een moreel smetteloos beroep uit te oefenen.
(11) Dhammacarin. In de oorspronkelijke zin is dit een epitetum voor monialen.
(12) Hier wordt voor een tweede keer benadrukt dat men regelmatig dhamma-uiteenzetting zou moeten willen aanhoren.
(13) Na een paar verzen gericht aan de burgervolgeling, wordt hier weer de moniaal aangesproken.
(14) Phutthássa. verder
(15) Na kámpati.
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
|