METTA SOETTA
([PTS] Sn.143-152)
Over universele vriendelijkheid
|
de Pāli-tekst
Karanīyam atthakusalena
yan tam santam padam abhisamecca:
sakko ujū ca sujū ca
sūvaco c'assa mudu anatimānī,
|
vertaling
Hij die het goede(1) doet(2),
die waardig en rechtschapen is op pad naar het resultaat van het leven van de sámana(3),
die juiste spraak beoefent, vriendelijk en nederig is,
die begeeft zich in de richting van de supreme realisering.
|
de Pāli-tekst
Santussako ca subharo ca
appakicco ca sallaukavutti
santindriyo ca nipako ca
appagabbho kulesu ananugiddho,
|
vertaling
Die goed leeft, een plezierige persoonlijkheid heeft,
weinig verplichtingen heeft en sober leeft,
die zo'n instelling heeft en intelligent is, en
eenvoudig temidden van anderen leeft, en niet hebberig is,
|
de Pāli-tekst
Na ca khuddam samacāre kiñci,
yena viññū pare upavadeyyum,
sukhino va khemino hontu
sabbe sattā bhavantu sukhitattā:
|
vertaling
die houdt zich niet met onbelangrijke dingen bezig, heeft een tot rust gekomen geest,
die heeft zijn geest altijd hierop gericht.
Mogen alle wezen een goed leven hebben en de veilige haven(4) bereiken,
mogen alle wezens gelukkig zijn.
|
de Pāli-tekst
Ye keci pānabhūt' atthi,
tasā vā thāvarā vā anavasesā
dīghā vā ye mahantā vā
majjhimā rassakā anukathūlā.
|
vertaling
Wat ook maar adem heeft (d.w.z. leeft),
bewegend of stil, in een bewoonde of onbewoonde wereld,
groot of klein
gemiddeld, kort, of lang,
de Pāli-tekst
Ditthā vā ye vā aditthā,
ye ca dūre vasanti avidūre,
bhūtā vā sambhavesī vā, --
sabbe sattā bhavantu sukhitattā.
|
vertaling
ziend of blind,
zich veraf bevindend of dichtbij,
geboren zijnd of anderszins tot bestaan gekomen,
mogen alle wezens gelukkig zijn.
|
|
de Pāli-tekst
Na paro param nikubbetha,
nātimaññetha katthacinam kañci,
vyārosanā patighasaññā
nāññamaññassa dukkham iccheyya.
|
vertaling
Laat niemand anderen bedriegen.
Laat niemand, nergens, anderen minachten(5).
Laat hem, in boosheid of in kwade wil,
anderen geen leed toewensen(6),
niemand anderen kwaad wensen toe te brengen.
|
de Pāli-tekst
Mātā yathā niyam puttam
āyusā ekaputtam anurakkhe,
evam pi sabbabhūtesu
mānasam bhāvaye aparimānam.
|
vertaling
Zoals een moeder haar leven op het spel zet
om haar enig geboren kind te beschermen,
zo zou men jegens levende wezens
eindeloze welwillendheid moeten opbrengen.
|
de Pāli-tekst
Mettañ ca sabbalokasmim
mānasam bhāvaye aparimānam
uddham adho ca tiriyañca
asambādham averam asapattam.
|
vertaling
Naar alle wezens in de wereld (gedachten hebben van) universele vriendelijkheid,
zo zou men eindeloze welwillendheid moeten opbrengen,
naar het levende boven, onder, en op en rondom de wereld,
onbeperkt, zonder haat of kwade intentie/wil.
|
de Pāli-tekst
Tittham caram nisinno vā
sayāno vā yāvat' assa vighatamiddho
etam satim adhittheyya,
brahmam etam vihāram idha-m-āhu.
|
vertaling
Staand, lopend, zittend,
liggend, klaarwakker, wanneer ook maar,
zo zou hij aandachtig moeten zijn.
Dit heet "het hier verblijven in de verheven staat".(7)
|
de Pāli-tekst
Ditthiñ ca anupaggamma
sīlavā dassanena sampanno
kāmesu vineyya gedham
na hi jātu gabbaseyyam punar etī ti.
|
vertaling
Er geen verkeerde meningen op na houden(8)
juist denken, gedrag en inzicht betrachten
Genotzucht op afstand houdend,
Gaat hij niet naar een nieuwe geboorte.(9)
|
Uitspraakregels
De angelsaksische en germaanse talen leggen de klemtoon anders dan het Sanskriet en het Pāli. Het accent-aigu (vb. ó) en het accent-grave (vb. ù) zijn hier en daar extra toegevoegd vanwege de correcte uitspraak.
De ā, ū, ī etc., dus die letters met een plat streepje, worden lang uitgesproken, maar krijgen geen nadruk. In een woord waarin zo'n lange klank voorkomt wordt geen enkele lettergreep met nadruk uitgesproken.
Alleen het nederlands heeft samengestelde klanken zoals au, ie, ui, etc. Wanneer in andere talen, hier in het Pāli, schijnbaar samengestelde klanken voorkomen als in sallauka..., dan wordt dit uitgesproken als salla-uka, resp. salla-oeka.
Noten en vaktermen
Oost-Azië
Bij de binnenkomst van de boeddhistische canon in China, eerste eeuw nC, had de toehoorder weinig of geen problemen met het concept van (P.:) metta (Skr.: maitri). De chinese taal heeft de woorden xen, menselijke sympathie, en wen, beleefd betrokken. Hoewel deze twee woorden niet samen lijken te worden gepresenteerd als bv. xen-wen of wen-xen dekten en dekken ze toch heel goed de al bekende lading.
(1) Kúsala. Juist, weldoend.
(2) √kar. Doen, maken.
(3) sakko, resp. sámana. Zie de noot bij de Mangala soetta
(4) Veilige haven - √khem.
(5) Minachten: vyārosa.
(6) Leed toewensen: nāññamaññassa.
(7) brahmam etam vihāram: dit is de verheven staat. Hier wordt het woord brahma niet als eigennaam voor een godheid gebruikt, maar als een geestestoestand.
(8) Verkeerde mening: ditthi
(9) Letterlijk: niet opnieuw een schoot binnengaan. Overdrachtelijk: is verlicht.
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
|