Sīgālo-váda soetta

voetnoot 29




Uit de vroege boeddhistische canon leren we hoe in de oudheid het goed functioneren van een huishouden en een bedrijf werd verdeeld over de mannen en vrouwen die daarbij betrokken waren. Zo lezen we in de hindu-canon dat het vrouwen, gopi, waren die in Noord-India de koeien hoedden, en we lezen in de boeddhistische canon dat de vrouwen niet alleen de taak hadden het huishouden te runnen, de kinderen op te voeden, het kleinvee te verzorgen, maar hoe ze ook verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de boerderij wanneer daar sprake van was: zij deed de poort 's-ochtends open, en deed hem 's-avonds weer dicht. Insluipers waren haar verantwoordelijkheid.
In een video die in november 2018 online werd gezet gaat de hinduleraar Sadguru in op het leven van vrouwen in het oude India, en ook uit zijn woorden begrijpen we waarom Boeddha eens zei "een familie zonder mannen is als een huis zonder deuren". Daarin zit geen neerbuigendheid naar vrouwen uit die tijd, maar hebben we te maken met de nuchtere constatering dat wie fysiek krachtiger was de fysiek zwakkere al te gemakkelijk schade zou kunnen berokkenen. De figuur waar Sadguru het over heeft is Dráupadi, de vrouw die als gevolg van een ongelukkige vergissing van haar schoonmoeder vijf broers moest huwen. We zien daarin de oude ouder-kindrelatie: doen wat moeder/vader zegt.
Vandaag, 20ste/21ste eeuw, zien we ook in India hoe vrouwen de traditionele rolverdeling (enigszins) hebben doorbroken en bijvoorbeeld parlementariër en minister zijn geworden.




Januari 2019



Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme