Tamil-boeddhisten
Gajendran Ayyathurai heeft een proefschrift gewijd aan Iyothee Thass (1845-1914), geboren in Tamil Nadu. Een andere naam is die van Ramasamy Naicker (1879-1973).
Iyothee Thass redigeerde tussen 1907 en 1914 de krant The Tamilian.
Gajendran Ayyathurai heeft in zijn onderzoek de conclusie getrokken dat het inmiddels typisch dalit anti-kastestandpunt nog het sterkst naar voren werd gebracht door Thass. Aangemoedigd door Thass zijn de Tamil Parayars (kastelozen) er succesvol in geslaagd de term "onaanraakbaar" te weerleggen, zowel in het taalgebruik van landgenoten als in dat van de britse kolonisten.
Iyothee Thass was wat we vandaag een Tamil-boeddhist noemen, of in andere woorden, een dravidische boeddhist, hoewel het woord " dravid" in ca 2019 onder vuur is komen te liggen, dit vanwege een herinterpretatie van de geschiedenis van het zuidelijke deel van India. Vanuit die achtergrond interpreteerde hij wat we vandaag als brahmaanse riten en gebruiken zien als voortkomend uit oorspronkelijk boeddhistische voorbeelden, langzamerhand overgenomen, vervoegd en verbogen. Daarin gaat hij verder dan vele anderen zouden durven gaan.
Heroverweging positie dalit
In een door de BBC in 1955 uitgezonden interview met Ambedkar horen we dat hij op dat moment nog niet zo ver was om de stap te nemen richting het boeddhisme. Omstandigheden, onderandere het gegeven dat buiten-kaste bevolkingsgroepen, ook de bergvolkeren uit het noorden, pas enigszins burgerrechten kregen op het moment dat ze een erkende religie gingen aanhangen, leidden er, waarschijnlijk na het BBC-interview toe dat Ambedkar zijn mede-dalit zou uitnodigen het boeddhisme aan te gaan hangen, respectievelijk zich officieel bij het bevolkingsregister te laten inschrijven als boeddhist.
Ambedkar was in 1955 al ziek, en zou een jaar later, in december, overlijden, tijdens de eerste toevluchtname van dalit tot het boeddhisme. Hij was op 14 oktober 1956 de eerste toevluchtnemer. Te ziek om nog lang in Nagpur te kunnen blijven, de plaats waar de eerste massale toevluchtname van dalit plaatsvond, reisde hij terug naar zijn woning in Delhi, en overleed daar, zoals gezegd in december 1956. Uit een paar verslagen moeten we opmaken dat de situatie te Nagpur, nadat Ambedkar naar Delhi was overgebracht, chaotisch werd, en de hele toevluchtname-operatie moet weken geduurd hebben voordat iedereen goed en wel geregistreerd was.
Doorkomst Dennis Lingwood en Triratna-beweging
Van die gelegenheid heeft de Brit Dennis Lingwood (1925 - 2018), die ter gelegenheid van zijn lagere wijding in India suggereerde dat zijn dharma-naam maar Sangha-rákshita moest zijn, zo genoemd naar de indiase monnik-geleerde die boeddhisme in Tibet vestigde, gebruik gemaakt. In 1956 vertrok hij uit Noord-oost India(1) waar hij met twee anderen in afzondering had verbleven, onderhouden door een brahmaanse familie en een tibetaanse monnik. De laatste zag in Dennis een opvolger binnen zijn divisie van het Himalaya-boeddhisme. Dat heeft niet plaats gevonden.
Op de reis naar het zuiden, een (bus-)reis die minstens 3 dagen geduurd moet hebben, kwam Lingwood aan in Nagpur, juist nadat Ambedkar naar Delhi was overgebracht waar hij zou overlijden. Dennis vestigde zich tijdelijk aan de rand van de diiksha-bhumi in Nagpur, zijnde het terrein waar de ceremonieën plaatsvonden, en nodigde voorbijkomende dalit uit bij hem toevlucht tot het drievoudig juweel te nemen, hetgeen alleszins correct is: iedere novice mag een burger deze toevlucht laten zeggen, maar daar moet het bij blijven. Aan die oekaze heeft Lingwood zich gedurende zijn verdere carrière gehouden.(2)
Vanaf die dagen heeft Lingwood een poging gedaan geestelijk leider over de boeddhistische dalit te worden. Aanvankelijk werd dit aanvaard, maar na verloop van tijd raakten de betrokkenen, althans in en rond Nagpur geïrriteerd.(3) Dalit-leiders schreven Lingwood een brief — na een serie rechtszaken die aangespannen werden door de Triratna-organisatie niet langer online in te zien — waarin ze hem verweten niets van hun leven en cultuur te weten. Ze verzochten hem zich niet langer met dalit-zaken te bemoeien.
Lingwood verliet India in 1967 en ging terug naar het Verenigd Koninkrijk waar hij de Triratna-beweging stichtte. Uit het tijdschrift dat deze beweging rond die tijd uitgaf haalden we dat Triratna-leden werd aangeraden naar India of te reizen om de dalit (in Nagpur of elders) bij te staan. Aan het begin van de 21ste eeuw werd verheugd gemeld dat de beweging een onderkomen had gebouwd buiten het Mahabodhi-tempelterrein in de deelstaat Bihar. Daar zouden ze de dalit die daar woonachtig waren bij gaan staan.
Uit recente informatie (2022) blijkt dat de dalit-diaspora in Groot-Britannië een eigen vestiging heeft in de buurt van Birmingham. Dit is een organisatie die, althans formeel en officieel, geen betrekkingen heeft met de Triratna-beweging die hoofdkwartier in Engeland heeft.(4)
(1) Getuige het boek van een westerse theravāda-monnik die korte tijd bij hen verbleef was het een vlucht na nooit voorgeleide, en dus nooit tot een rechtszaak gekomen beschuldiging van ontucht met een onder zijn hoede gebrachte minderjarige postulant uit de brahmaanse familie die Lingwood ondersteunde.
(2) Zowel uit zijn eigen verslag, als uit gesprekken met monniken-deskundigen bleek dat een poging tot hogere wijding (upa-sampadá), gezocht op weg van het noorden naar Nagpur, in dat in die hete tijd van het jaar nagenoeg uitgestorven Bodhgaya, als formeel ongeldig moest worden bestempeld. Kennelijk had Lingwood bedacht dat waar de monniks-carrièremogelijkheden in India gering waren hij het in het Verenigd Koninkrijk goed zou aanpakken, met alle papieren op zak die hem het gezag zouden geven waar hij naar streefde.
Waar in een thuisland van het boeddhisme een gremium van minstens 10 seniores een junior tot hun rang kan verheffen, waren er in Lingwood's geval maar 4, waarvan 1 nog geen senior was (geen "12 years standing"). Dit kan Lingwood niet echt aangerekend worden, hij had veel gelezen, maar zeer waarschijnlijk niet de lectuur over monialenwijdingen; die verscheen pas later in engelse vertaling in de boeddhistische boekhandels. We moeten die incorrecte wijding dan ook meer zien als slordigheid of een zekere onverschilligheid van de kant van de wijding-gevenden die ook in die tijd al niet veel geloof hechtten aan westerlingen die moniaal wilden worden — ze komen, en maximaal drie jaar later zijn ze weer verdwenen. Over het geheel was dat zo, maar er waren en zijn uitzonderingen.
(3) Daarbij moet voor ogen blijven dat de dalit in verschillende deelstaten tot verschillende bevolkingsgroepen behoren, de dalit in Maharashtra zijn Mahár, die in Bihar en Zuid-Nepal zijn in meerderheid Musahár.
(4) Over Lingwood's semi-monastieke leven, zowel in India als in het VK is, eerste helft 21sre eeuw, online geen juiste en volledige informatie te vinden. Wat we aantreffen zijn webpaginas waarin de een de ander's hagiografie overschrijft met een enkel kritisch puntje teneinde objectiviteit te suggereren. De Triratna-beweging heeft middels een aantal rechtszaken er voor gezorgd dat een webpagina met een redelijk volledig verslag van Lingwood's jaren in India verwijderd moest worden.
Aan aanvullende informatie, opgetekend uit de mond van met de zaak bekende monniken, is ondergetekende niet begonnen. Het is "water under the bridge."
Niet alle dalit zijn boeddhist
The Universe Newsroom, het best verkochte Katholieke blad in Engeland en Ierland, had in haar september 2005-nummer een ultra-kort berichtje over de status van christelijke dalit in India. Omdat het zo kort is, volgt hier de vertaling:
christelijke en dalit-groepen in India willen opnieuw actieve aandacht voor de constitutionele ongelijkheid tussen christelijke dalit en die dalit die behoren tot de hindu, boeddhistische en sikh-religies. En alhoewel hindu, boeddhistische en sikh dalit nu toegang hebben tot een serie door de staat toegewezen gunstige maatregelen, worden die maatregelen onthouden aan hun christelijke en moslim mede-dalit. Nu heeft de overheid een nieuwe commissie in het leven geroepen om de situatie te bestuderen, en de christelijke dalit-vertegenwoordigers dringen er bij de internationale gemeenschap op aan steun te verlenen aan het team juristen dat hun zaak bij de commissie gaat voorleggen.
Onderwijs Nepal
Het Hooggerechtshof van Nepal heeft op 20 januari 2006 beslist dat het "Teendhara Sanskrit Pathshala Hostel" en de "Mahendra Sanskrit University" dalit en ethnische minderheden van Nepal niet langer mogen weren. Ze moeten hun regels zo opstellen, resp. veranderen dat ze niet indruisen tegen Artikel 11 van de Grondwet die over gelijke rechten gaat.
Zie ook The Annihilation of Caste, een boekbespreking.
|
| |