Waarom de oudheid groepen sterren schematisch is gaan afbeelden met verbindingsstreepjes ertussen is een raadsel. Het gebruik moet heel oud zijn, en opvallend is dat we zowel in China, India, als Griekenland dezelfde groepen sterren op dezelfde manier zien afgebeeld. Er moet al heel vroeg een soort mondiale wetenschapelijke samenwerking en overeenstemming zijn geweest.
De twee sterrenbeelden die op de besproken prent zijn getekend zouden geïnterpreteerd kunnen worden als
Pisces (de vis) en
Pegasus (het paard), die inderdaad dicht bij elkaar staan. Voor deze interpretatie is wat "free thinking" nodig omdat op de prent de Vis een bepaald brede wig te zien geeft, terwijl de nieuwere afbeeldingen een smalle wig tonen. Ook de prent's paard is enigszins anders getekend dan de afbeeldingen die we nu kennen. Toont de prent
Pegasus in de vorm van een pannetje met een lange steel, de afbeelding die we vandaag zien is eerder een vierkant met een lange vliegerstaart.
Niettemin. De combinatie
Pisces/Pegasus staat tussen februari en eind maart aan de oostelijke hemel. De chinees-boeddhistische traditie plaatst dan ook de drie data van Boeddha's geboorte, ontwaken en verlicht heengaan aan het eind van maart (in 2010), op drie verschillende dagen. Dat wil zeggen, ze volgen de maanmaand-aanduiding die,
give or take een schrikkeljaar, overeenkomt met maart op de juliaanse kalender die het westen hanteert.
Vooral het gegeven dat de Chinese traditie de drie belangrijkste data uit Boeddha's leven zo dicht bij elkaar plaatst zou Faxian geleerd kunnen hebben tijdens zijn verblijf op
Ceylon (Sri Lanka) waar vandaag alledrie de data bij elkaar worden samengepakt onder de noemer
vésak,
wésak, of
visákha.
Indien het Faxian is geweest die deze kalender heeft meegebracht naar China, dan heeft het Ceylon van de oudheid de maankalender gehanteerd, net zoals in India waar het gebruik goed gedocumenteerd is geworden. En dan heeft Ceylon ofwel vanaf de kolonisering door de Portugezen (vanaf 1505/6), ofwel vanaf de onafhankelijkheid na het vertrek van de Britten, de maankalender voor een belangrijk deel ingeruild voor de juliaanse, die inderdaad minder dramatische schrikkeljaar-bijstellingen behoeft om in de pas met de seizoenen te kunnen blijven lopen.
Dat
vésak op Sri Lanka dan nu gevierd wordt op de vollemaandag van mei betekent dat vanaf een zeker moment de schrikkeljaar-bijstelling op de maankalender niet meer is gehanteerd, en dat men uiteindelijk is uitgekomen op mei, zoals ze ook voor andere plechtige gelegenheden een vaste maand en dag op de westerse kalender hebben gekozen - evenals Japan, overigens. De officiële naam voor zo'n vollemaandag is Upósatha. Zie een paar woorden in
boek 31 van de Avatámsaka Soetra.