DE DRIE GROOTSTE OBSTAKELS VOOR EEN GESLAAGD MENSENLEVEN
Vooral in het vroege boeddhisme zien we dat er sprake is van een drietal heel negatieve eigenschappen die een mensenleven laag-bij-de-gronds kunnen houden, om het zo te zeggen.
Er is dan sprake van hebberigheid, van kwaadwillendheid, en van onwetendheid.
Wat hebberigheid betekent weet iedereen wel zo'n beetje: je ziet of hoort iets aantrekkelijks en je wilt het hebben, ook al is er geen enkele noodzaak voor. Ook kwaadwillendheid is redelijk goed te plaatsen: van "z/hij moet niet denken dat ...", tot : "ik haaaat ... (dit of dat, of die of die)."
Onwetendheid moet in deze context even uitgelegd worden. Hier is geen sprake van bv. onderwijsachterstand, of niet weten dat ze in China met stokjes eten en niet met mes en vork. Nee, hier is sprake van onwetendheid in de zin van niet weten dat je opgevreten kan worden door hebberigheid en kwaadwillendheid. Dat doorzien levert dan een positieve eigenschap op, die van inzicht, wijsheid, waar binnen de boeddhistische kolom verschillende vaktermen voor bestaan.
Wat die vaktermen betreft zien we dat verschillende taalgroepen op het indiase continent soms dezelfde en soms iets andere woorden gebruiken, en in het geval van het Hybride Sanskriet, een geschreven, maar nooit gesproken taal — als we het zo mogen noemen — die tussen het Sanskriet en het Pāli instaat, en gehanteerd is geworden voor de eerste mahāyāna-geschriften, vinden we slechts een van de drie bovengenoemde eigenschappen terug.
Dat wil zeggen dat Franklin Edgerton die een aantal, maar niet alle, mahāyāna-manuscripten heeft geïnventariseerd, slechts een Hybride-Sanskriet-term van de hier behandelde drie gevonden heeft.
Hieronder de vaktermen binnen de drie taalsystemen:
|
Hebzuchtigheid
Pāli ― LOBHA
Hybr. Skr. ―
Sanskriet ― LUBH
|
Kwaadwillendheid
Pāli ― DOSA
Hybr, Skr. ―
Sanskriet ― DVEŞ
|
Onwetendheid
Pāli ― MOHA
Hybr. Skr. ― MOHA
Sanskriet ― MOHA
|
Het enige manuscript waarin Edgerton het woord "moha" tegenkwam is in de Saddharmapundarīkasūtra, de Lotus Soetra. Uiteraard komt dit en de andere twee genoemde termen ook elders in de mahāyāna-collectie voor, maar die heeft deze amerikaanse onderzoeker niet tot op de laatste komma uitgeplozen.
De chinees-boeddhistische literatuur heeft het woord moha zo letterlijk mogelijk overgenomen, en spreekt en schrijft het (in PinYin) als mù hā. Onderzoekers als Soothill & Hodous zijn het in de verschillende manuscripten zo vaak tegengekomen dat ze er in hun chinees-boeddhistisch woordenboek bijna een halve pagina aan hebben gewijd. Het is dan ook de laatste, maar meest belangrijke hindernis die genomen moet worden. Wie daar niet in slaagt staat aan de voet van een hoge muur waarover op geen mogelijkheid overheen gekeken kan worden.
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
| |