augustus 2018
Bij een bericht over een memoriaal voor Chiang Kai-shek, de leider van het chinese nationalistische leger die met al zijn troepen en aanhang aan burgers en monialen naar Taiwan vluchtte, kwam een episode in herinnering die speelde in Taipei. Op een dag reed een zwaar beveiligde luxewagen voorbij met daarin de weduwe van Chiang Kai-shek's zoon. Ze wierp ondergetekende een minachtende blik toe (boeddhistische monialen, en dan nog een buitenlander ook!). Het verhaal verteld aan een bevriende monnik antwoordde hij met een lakoniek en wetend: "oh, die Russin!".
De zoon en zijn gade waren niet geliefd. Chiang Kai-shek zelf, die in zijn regering verschillende boeddhistische leiders had, is op het eiland met gemengde gevoelens ontvangen, maar nationalistische en/of politieke overwegingen zijn niet voor deze rubriek.
Charles Luk(1), bij schrijven op de website van
Richard Hunn(2), herinnert aan een gesprek en daaropvolgende correspondentie tussen China's meest vereerde monnik
Xüyün (虚云长老 - Empty Cloud) en de leider van de Kuomintang, het nationalistische leger. Chiang was Methodist geworden en zou China gaan leiden volgens de methodistische uitleg van de bijbel, dat was maar het beste, vond hij.
Xüyün (alleen het nederlands en het duits hebben een trema boven de
u nodig om het als
ü of
uu uitgesproken te zien) behandelde met de beknoptheid die alleen een groot geleerde en diep-ingewijde kan opbrengen de concepten van "realiteit" in contrast met "idealistisch" — het laatste zijnde de term die monotheïsmen gebruikten om het boeddhisme in de niet-realistische, ander-wereldse, niet van deze tijd-hoek te zetten, en die van
ledigheid (Lankāvatāra Soetra I, voetnoot 27), en voegt daar handig het woord god aan toe, opdat Chiang blijft lezen.
En
Xüyün verklaart de
Hwayèn-leer en die van de/het
Suràn-gama Soetra ('g' als in 'good').
Voor de doorsnee Nederlander die niet verder kan dan piekeren over het ego en de sentimenten is het allemaal een beetje te hoog gegrepen, maar er zijn er wellicht toch nog een paar die voldoende ingewijd te zijn om
Xüyün's verhandeling te kunnen volgen; ik ben niet optimistisch. Chiang Kai-shek, toch kind uit een cultuur met diepe filosofische-religieuze gronden kon het.
Dit alles wil niet zeggen dat onze legerleider boeddhist is geworden, Chiang zal zich geraakt en bekritiseerd hebben gevoeld door
Xüyün's veroordeling van de japanse legeraanvoerders die meenden tegelijkertijd strijd te kunnen leveren èn boeddhist te kunnen zijn. Kan niet, schrijft de meester:
"Killing others is caused by evil intent within the mind. The bodhisattva does not live this way..." (Anderen doden is het gevolg van een geest gevuld met kwade wil. De
bodhisattva leeft niet zo ...)
(1) Een uiting als "the Venerable Hutuktu" (hoe toek toe) toont dat de redactie (Adrian Chan-Wyles) van de het blad van de Buddhist Society in Londen in 2012 nog geen weet hadden van mongools-tibetaanse vaktermen. "Hutuktu" = "tulku" in het tibetaans, en wat dit betekent, daarover is inmiddels voldoende online informatie voorhanden.
(2) Overleden in 2006. Vanuit de Essex University runde Hunn de "Chinese Buddhist Association", als min of meer afgezant van Charles Luk, en dus van meester
Xüyün. In boeddhistische kringen wordt hij graag opgehemeld. Laten we het er op houden dat Richard zijn best deed, in zijn jaren meer wist dan anderen, maar ook de ongenaakbare chan-meester uithing.