In Zuid-Azië is het oorspronkelijke nieuwjaar, dat in het thais Loy Kratóng genoemd wordt, afhankelijk van de zonnekalender, het valt ergens rond november.
Die nieuwjaarsviering, begin van het zaaiseizoen, is in de loop van de jaren gewijzigd in de viering van het inhalen van de oogst, ergens rond april, afhankelijk van diezelfde kalender, en meer precies op de dag dat de zon het sterrebeeld van de Vis verlaat en in Aries verschijnt.
Dat Songkràn (Sangkren in het cambodjaans, thingyan in het birmees, en boun pimai (spr. boeoen pimai) in het laotiaans) heeft op zich niets met het boeddhisme van doen; het feest is in principe net zo boeddhistisch als de paashaas christelijk is. Niettemin hebben volkeren er in de loop van de eeuwen de tempels en kerken bij willen betrekken, dat geeft het wat meer luister dan simpelweg meelopen in een of andere karnavalsoptocht.
Volgens de kalenderberekening die in Nepal, door de bevolkingsgroep de Newári "Anján Sambát" genoemd wordt, een berekening die berust op geschiedschrijving, of althans op overlevering, is het jaar 2020 op de Gregoriaanse kalender het jaar 11.351.(1)
Die jaartalberekening is Nepal vergeten; men viert daar Nepá(l) Sambát, in 2020 op 16 november (ondergenoemde Swasti-ratna Shakya laat bewust de -l achter Nepa weg; dat is een uitvinding van anderen, buitenlanders).
De Himalayan Times(2) meldt dat Nepa(l) Sambát een telling is die is gebaseerd op het verhaal over een regionaal heerser met de naam Shankha-dhar Sakhwa die zijn volk, tijdens de dynastie van Raghav(a)dev(a) uit het (noord-indiase) Lichchhavi-geslacht(3), onthief van belasting betalen. Dat is dan, gerekend vanaf 2020, 1141 jaar geleden.
Dan is er ook nog Bikram Sambát, een zonnekalender die uit India stamt, die 57 jaar vooruit loopt op de Gregoriaanse kalender. Maar omdat de maankalender toch een stuk makkelijker te berekenen valt, is die Bikram Sambát een beetje in de vergetelheid geraakt.
Het is een Newar-priester/kunstenaar, de bovengenoemde Swastiratna Shakya, kind uit de Newar-bevolkingsgroep, die onderzoek heeft verricht naar de oudst bekende kalender van Nepal. Hij kwam op het spoor van het in 1972 verschenen boek "Kapil-vastu-ko Ru-prekha" van de hand van Bajra-nánda Bajra-chárya. In dat boek wordt de geschiedenis verteld van twee (voorboeddhistische, uiteraard) vorstelijke families uit Kapila-vastu en Deva-daha. De koning van Kapilavastu was Siha-hanu Shakya, en de koning van Devadaha was Anjan Shakya.(4)
Anjan ging met zijn vrouw Yashodhara(5) een eindje rijden. Yashódhara zag een park dat zo mooi was dat ze het niet uit haar hoofd kon zetten; ze moest het hebben. Anjan overlegde met zijn buurkoning (ws. Siha-hánu) en kreeg het stuk land. Dat wil zeggen, het werd de koopman-eigenaar afhandig gemaakt en aan Anjan gegeven, zo kinderachtig waren ze daar nu ook weer niet, al zal die koopman behoorlijk beteuterd zijn geweest.
Het park werd naar Anjan's vrouw genoemd die kennelijk een tweede naam had: Rumbini. Dat jaar van overdracht is vervolgens het eerste jaar op de Anján Sambát-kalender geworden, de kalender die dus naar koning Anjan Shakya is genoemd. Omdat de lokale bevolking de R niet zo goed kon uitspreken werd Rumbini al gauw Lumbini, en dat was veel later het park waar Boeddha geboren werd.
Swastiratna Shakya wil die Anján Sambát-kalender niet ingevoerd zien, maar hij zou het leuk vinden indien er een vermelding zou komen op de nu gehanteerde Gregoriaanse kalender.
Wat hier door genoemde auteur gevonden is komt niet per definitie overeen met wat Calendopedia over de nepalese tijdrekening te melden heeft, en wanneer in Nepal de Gregoriaanse kalender werd ingevoerd staat nergens, maar 't zal door de Britten meegenomen zijn naar de Himalayas en omstreken.
(1) https://english.onlinekhabar.com/nepal-sambat-is-finally-recognised-but-a-much-older-calendar-system-awaits-promotion.html
(2) https://thehimalayantimes.com/nepal/nepal-sambat-1141-newars-new-year-begins-today/
(3) spreek Raghavdev als raagav deev en Lichchhavi als lie dzjaa vi. (Ik heb geen hoop dat u het er correct uit krijgt.)
(4) Sihahanu - siha (spreek: siiha) = leeuw; Shakya of Sakya is de groepsnaam van een volk waaruit Boeddha voortkwam; Anjan - spreek: àndjan.
(5) Yashodhara - spreek: jasjoo dara. Ook Boeddha's vrouw, voordat hij het paleis verliet heette Yashodhara.
Veertien april is niet de Sinhalese (Srilankaanse) Nieuwjaarsdag zegt Lakruwan de Silva op 7 april 2007 in TamilCanadian, "in plaats daarvan is het het Tamil hindu-nieuwjaarsfeest."
Hij legt het uit. De theravāda boeddhistische kalender volgt de maanstanden; de eerste vollemaandag is de eerste dag van de nieuwe maand die Bak heet. De eerste dag van het boeddhistische Bak viel in 2007 op de negentiende maart. Op die dag had die gemeenschap dus Nieuwjaar moeten vieren, en niet op de veertiende april.
De keuze voor de veertiende april is gebaseerd op de hindu-kalender die de tekenen van de dierenriem volgt — zie de aanhef op deze pagina. Op die veertiende april gaat de zon het teken van Mesha of Ariës binnen, en dat wordt gezien als het begin van een nieuw jaar. Dat binnengaan van het teken van Mesha wordt gezien als een gunstig en veelbetekenend tijdsmoment, puñña kāla. De Silva voegt daar aan toe dat boeddhisme als zodanig het concept puñña kāla niet kent.
Niettemin wordt op de vollemaan-dag van april toch Boeddha's tweede bezoek aan het eiland gevierd — Bak Poya — en in het algemeen wordt er dan toch ook Nieuwjaar gevierd, want waarom zou je niet handig twee feestelijkheden die zo dicht bij elkaar liggen combineren!
De heer De Silva meldt dat Assam, Bengalen, Orissa, Kerala, Nepal en de Punjab de veertiende april beschouwen als de eerste dag van het nieuwe jaar.
Nieuwjaarsviering Sikkim
Bhutia dansen ter gelegenheid van Losoong
Op 11 december 2007 begon in Sikkim onder het volk van de Bhutia het Losoong-festival (spreek: losoeng). Met dat feest begint het nieuwe jaar. Het is tegelijkertijd een oogstfeest, en in de tempels wordt de Kagyed-maskerdans uitgevoerd.
De Bhutia branden juniperus-takken in hun huis om de atmosfeer te zuiveren en zingen liederen ter ere van de zon (de bevolking denkt dan aan de hinduïstische god Zon) die weer opkomt, en er wordt champa of gerstewijn gedronken.
Op de zesde en zevende dag van het feest gaat er even een duistere periode in wanneer de beschermende devatá ook een zuivering ondergaan die "(mentaal) pijnlijk en verdrietig" is. Maar na deze zuiveringsperiode wordt alles weer licht en vrolijker. Het feest duurt acht tot vijftien dagen. Dit meldde The Statesman.
Bengalen, Nieuwjaar
Rijstboeren(1) in Bangladesh werden op 22 april 2020 opgeroepen snel hun oogst binnen te halen; er stond hevige regen, en daarmee gepaarde overstromingen, en wind aan te komen. Op 20 april was in Bangladesh, in de 15 regio's waaronder Sylhet(2), bijna alles binnen, maar in de indiase staten Assam, Meghaláya, en Tripúra was nog maar 1/5 geoogst.
De "14 april-rijst" wordt Boro genoemd, naar de naam Boishakhi. Boishakhi (of Boishakh) is een andere naam voor het Sanskriet en Pāli-woord Visákha, en Visákha is niets anders dan de naam van de maand waarin geoogst wordt, en waarin, nu volgens de hindu zonnekalender die globaal mei als Visákha aanduidt, het zuidelijke boeddhisme zijn belangrijkste feestdag viert.
Het is de over India regerende (perzische) Mughal-keizer Abu'l-Fath Jalal-ud-din Muhammad geweest (ook 'keizer Akbar': 1542 - 1605) die het nodig vond om de astronoom Fathullah Shirazi opdracht te geven een nieuwe kalender te bedenken. Shirazi kwam op het idee om de islamitische maankalender te combineren met de hindu zonnekalender. Zo ontstond een "oogst-kalender" waarbij 14 april (op de gregoriaanse kalender) de belangrijkste oogstdag werd, en ook tegelijk de eerste dag van het nieuwe jaar.
Die kalender is er in Bangladesh in gehouden, of bij de nieuwe staatsindeling in 1947 opnieuw geïntroduceerd, dat is niet helemaal duidelijk.
(1) Natte rijstbouw (ja, er is ook droge rijstbouw) werd geïntroduceerd nadat de Moghuls grote delen van India veroverd hadden, vanaf 1526 in Bengalen. Vanaf 1840 plantte de East India Company thee in Darjeeling ten noorden van Bengalen. Ze gebruikten daarvoor scheuten die stiekem uit China waren meegebracht. Voor die tijd importeerden ze "chinese tea" naar Bengalen, en van daaruit naar Engeland. Die thee-productie zou vanaf 1824 bij de verovering van Sri Lanka de door Hollanders opgezette koffie-plantages gaan vervangen. Ook de eerste theeplanten in Sri Lanka kwamen niet uit India, maar uit China.
(2) Begin 21ste eeuw vertelde een nazaat van een familie uit Sylhet, dat voor de opdeling tot India behoorde, dat hij stamt uit een geslacht van rijke boeren. Zijn grootvader was een ásta-pattí, iemand met wel 8 (asta) olifanten "in the yard", op stal zou men hier zeggen. Wanneer we bedenken hoeveel een olifant per dag aan gras of hooi naar binnen werkt, kunnen we ons een voorstelling maken van de rijkdom van het Sylhet van voor de opdeling, en naar we mogen hopen ook van vandaag.
|
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
| | | | |