8 januari 2018
In een recent herhaalde tv-film over "de vier vrienden" uit het mahāyāna legendenboek uit de Himalayas, in dit specifieke geval uit Bhutan, sprak de commentator met gedragen stem van "zelf-opoffering", getoond door tenminste de "hornbill" uit het verhaal. Het verhaal over die vier komt ook voor in de zuidelijke játaka.
Zelfopoffering komt in het Pāli-woordenboek niet voor. Offering wel, bijvoorbeeld in het anu-kula, een offering of offerande met het welzijn van de groep / clan / stam / familie voor ogen.
Toch, zegt de taalkundige, heeft een van de lemmata in het Monier-Williams Pali woordenboek het over ātappan als offering van het zelf of zelf-opoffering. Die vroegste vertalers van het Pāli, werkend in Oxford en al snel ondergebracht in de Pāli Text Society, vertrokken vanuit het spraakgebruik van het christendom, en meenden voorbeelden daarvan te vinden in het Pāli. Dus gaven ze ātappan als zelf-opfoffering.
Latere generaties vertalers, ook werkend vanuit deze PTS, maar ook vanuit Sri Lanka en de Wisdom Library geven het woord ātappan (stam: ātappa, verwant aan het sanskriet ātāpya) als "toewijding", "inspanning".
Het is mogelijk dat vertalers van de boeddhistische canon niet aan het gevoel ontkomen dat bij "toewijding", "inspanning" het zelf, ik die mij toch zo inspan, het belangrijkste component van het begrip ātappan uitmaakt, wellicht denkend dat āta- toch iets wegheeft van het ātta (zelf, ik). Dat is dan een "misreading" zoals het genoemd wordt: in alle boeddhistische stromingen, ook en zelfs in die van het noordelijke boeddhisme van Tibet, Ladakh en Bhutan, wordt geleerd dat de inspanning ten bate van anderen het best gebeurt, of het beste resultaat oplevert wanneer daarbij het zelf afwezig is. Men kan dat zelfopoffering noemen, maar dat is onjuiste interpretatie.
|
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme
|
| | |