november 2018
Zoals in de negentiger jaren goed terecht gekomen turkse immigranten in Nederland vonden dat de grenzen maar gesloten moesten worden omdat het land "vol" was — we hoorden het met verbazing aan; geen meelevende woorden met migranten die in hetzelfde schuitje zaten waarin zijzelf hadden gezeten — zo lijken gevestigde immigranten in het VK tegen een eventueel referendum over Brexit aan te kijken.
Lijkt zo, maar is niet zo. De Turkse winkelier was bevreesd uit de markt te worden gedrukt door nieuwkomers. Die vrees bestaat niet bij de maleisisch-chinese immigrant in het VK, zo lezen we in een artikel van de hand van zijn zoon. Vader zou het niet prettig vinden indien Brexit zou worden herroepen, maar om andere redenen: Multiculturele buurten (in Londen) zijn helemaal niet fijn voor ons, vertelde hij; "hoeveel buren kennen we? Nauwelijks een!"
Wat we hier zien is een diep cultuurverschil tussen Aziaten, en met name boeddhisten, en bevolkingsgroepen uit Arabische regionen of streken die daar diep door beïnvloed zijn geworden.
In het Kleine Voertuig van het boeddhisme wordt het pasgehuwden bij hij trouwfeest zelfs in een
soetra/soetta, de
Siigalo-vāda Sūtta voorgehouden: wees beschermend, gastvrij en behulpzaam. Die aanbeveling wordt herhaald in het Grote Voertuig, althans het oostaziatische. Dat impliceert een actief maatschappelijk leven waarbij de buren gekend worden etc.
Wanneer dan ook nieuwe of oude buurtgenoten, komend uit een cultuur waarin wordt gesteld dat zij niet alleen superieur zijn aan anderen, maar waarin wordt aangeraden die anderen te mijden — want besmettingsgevaar — stijgt in de boeddhist hoe dan ook de verontwaardiging, en wanneer ze dan in een streek wonen waar niet-boedhisten nemen wat hen niet gegeven wordt (voor de xste keer roofovervallen plegen) en anderszins vijandelijk zijn, dan breken de dijken.
Ook de zich tot het boeddhisme aangetrokken voelende noord-Europeaan begrijpt het toch niet helemaal. Er zijn tijden geweest dat het boeddhisme in voldoende aantallen in heel Azië aanwezig is geweest, plus vestigingen rond de oude Zijderoute. Door verdringing is die aanwezigheid, ofwel in meederheid, danwel in grote minderheden, alleen nog waarneembaar in Zuid-Azië (Sri Lanka, Myanmar, Thailand, Laos), in Korea, Taiwan, in steeds mindere mate in Cambodja en Japan, en deels herrijzend in Nepal.
China en Vietnam, waar levensbeschouwing hoe dan ook lange tijd onderdrukt is geweest, staan de boeddhistische aanwezigheid inmiddels (2018) toe; China stelt zelfs binnen 50 jaar het grootste aantal boeddhisten ter wereld binnen de landsgrenzen te willen hebben. Niettemin zijn dit, samen met Japan en Korea, niet bepaald immigratielanden; ze willen geen nieuwkomers, om het eenvoudig te stellen. Zeker de japanse cultuur is in de loop van de eeuwen zo gespecialiseerd dat het voor buitenstaanders, zelfs boeddhisten, moeilijk is daar een leven op te bouwen waarin niet-gezinsleden ook een rol spelen, kijk naar de regelmatig voorkomende vijandigheden jegens koreaanse arbeiders.
India, de bakermat van het boeddhisme, heeft de afgelopen jaren stevig ingezet op "boeddhisme-toerisme" naar de tot puin gereduceerde tempels en stoepas, maar ook gezien het feit dat zeker het platteland van India nog in diepe armoede verkeert, lijkt het toch geen land te zijn waar men zich graag zou willen vestigen.
De uit nagenoeg heel Azië verdrongen boeddhistische aanwezigheid — er zijn nog minimale aantallen in Indonesië en Maleisië die donders op hun tellen moeten letten willen ze geen vijandelijkheden ondergaan — heeft voorlopig weinig kans zich te hergroeperen in streken die niet doordrongen zijn van zeden en gebruiken die door de boeddhist als onderdrukkend worden ervaren, denk aan de man-vrouwkwestie, voedingsvoorschriften, religieuze verplichtingen etc. waarin wij, boeddhisten, uiterst liberaal zijn, maar de gastlanden, of gaststreken, of gastdorpen niet altijd.
(1) Niet alleen omdat de proza en poëziepassages inhoudelijk hetzelfde zijn, maar vooral omdat hier het woord bhante wordt gebruikt, een typisch srilankaanse aanspreektitel (en in de 20ste-/21ste eeuw ook in Bangladesh), hebben we hier een latere compilatie van elementen die uit verschillende canonieke Pāli-teksten bestaan. Dertig jaar geleden zouden puriteinen deze tekst van de hand hebben gewezen omdat ze niet "oorspronkelijk" is; vandaag staan we daar wat soepeler in omdat de verschillende statements hier en daar in oudere teksten voorkomen.