In Californië, zo meldde de Post van 22 april 2007, kwamen bijna 300 mensen bijeen om het vuur-ritueel bij te wonen zoals dat wordt uitgevoerd door de japanse Shinnyo-en Buddhist Order, een twintigste-eeuwse geautoriseerde vertakking van de shingon-traditie.
De menigte kwam op 21 april 2007 bijeen in Yorba Linda om een 1300 jaar oud ritueel bij te wonen dat voorheen nooit publiek werd uitgevoerd en dat een zuiverings-ritueel genoemd wordt. De celebrant was lekenpriester Mark Pinto. Het ritueel is bedoeld om alle troep waar we aan hechten, maar waar we goed zonder kunnen, materieel en mentaal, op het vuur te gooien om er zo eens en vooral komaf mee te maken.
In die zin kan er vanuit boeddhistisch perspectief geen enkel bezwaar zijn tegen het hier uitgevoerde ritueel, hoewel het ecologisch gezien op een paar bezwaren kan stuiten.
Anders ligt het met een ritueel dat in het japans bekend staat als
Homa, een shingon-tendai-ritueel, dat in iets andere gedaante ook voorkomt binnen bepaalde himalaya-stromingen, en waarbij de aandacht toch vooral op het vuur en het, al dan niet in een mándala, manipuleren van vuur ligt.
De oudste tekstlagen hebben passages en een leerrede waarin Boeddha zich ferm uitspreekt tegen vuurrituelen. Boeddha spreekt hierover met in gedachten de oudste
vedische opvatting dat de Grote Elementen
: aarde, water, lucht, en vuur goddellijke krachten hebben, respectievelijk goddellijk zijn. De
Aditta-paryáya sutta is hierover het meest uitgesproken.
In de waarschijnlijk vroegste collectie uitspraken, de
Sutta Nipāta, in de
Āma-gandha sutta, de leerrede over de geur van het liefelijke, zegt Boeddha
"... het vuur-ritueel uitvoeren, (waarzeggen aan de hand van) het gewriemel van een (gevangen) aal, toverspreuken mompelen en de seizoenen observeren (sterrenwichelen) | maakt mensen niet vrij van hun twijfels."
Op een andere plaats in de oudste canon spreekt hij zich eveneens uit tegen het waarde hechten aan vuur, respectievelijk het vuurritueel, en wel ten overstaan van de monnik Sāriputra. Daar zegt Boeddha (volgens de
dukkha-kkhandha-sutta uit de Middellange Predikingen, de leerrede over de massa van het onbevredigende):
"Sāriputra, er zijn kluizenaars en brahmin-priesters die zuiverheid nastreven doorheen de vuur-offering. Er is doorheen mijn lange transmigratie geen offering geweest die ik niet heb uitgevoerd en geen van allen leidden ze naar het doel, naar nirvāna."
Na nog een aantal van dergelijke voorbeelden gegeven te hebben zegt Boeddha dat er een techniek is die wel naar nirvāna leidt, en dat is de meditatie genaam de Vier Bases van Aandachtig Bewust zijn (
Catur-sati-patthāna), meditatief bewust zijn van het lichaam, van de ondervindingen, van de geest, en van de gedachtenstroom.
De hedendaagse boeddhistische celebranten van het vuur-ritueel, specifiek het homa-ritueel, zeggen dat zij in het vuur geen goddelijke krachten veronderstellen, en dat de nadruk op zuiveren ligt. De hierboven geciteerde
dukkha-kkhandha-sutta zegt echter dat op deze manier zuivering nastreven niet effectief is.