maart 2025      

  Nieuws over boeddhisme




■ Aangenomen wordt dat dit stuk sandalhout afkomstig is van de stapel brandhout waarop de arhat Sari-putta werd gecremeerd. Het wordt al sinds jaar en dag bewaard in de bibliotheek van de Siri Vajira-[a]rama. Sariputta overleed in de indiase stad Rajgir, destijds Raja-gaha genoemd. Dit werd als zodanig opgetekend door Sariputta's jongste broer Cunda (spr.: dzjoenda). Dit verslag bevestigt het feit dat tegen het eind van Boeddha's leven, die Sariputta en zijn andere belangrijke monnik Moggallana (Maudgalyayana in Hybr.Skr.) overleefde. Er werd, zo schrijft Siri Vajirārāmaye Ñānasïha, een stoepa over de restanten heen gebouwd. Van zo'n stoepa — met expliciete referte naar beide monniken — is tot op vandaag echter niets gevonden.
Echter, zo gaat het verslag verder, Alexander Cunningham, op pad met Frederick Charles Maisey, liet in Sanchi een stoepa openen en uitgraven waarin een doos geplaatst was waar de restanten van beide monniken in bewaard waren. Cunningham maakte daar melding van in zijn boek "The Bhilsa Topes or Buddhist Monuments of Central India" (uitg. Smith, Elder and Co., 65 Cornhill, London, 1854)

Het hier afgebeelde stuk sandalhout bevond zich vlakbij de reliekdoos. Op 20 november 1948 schonk een nazaat van Maisey het stuk sandalhout aan de Vajira-[a]rama-ya. En dat betekent dus dat Maisey dit voorwerp mee naar Engeland had genomen. Tegen die tijd was ook de reliekdoos aanwezig op Sri Lanka; de schrijver van het artikel in The Island van 12 februari 2025 had als 12-jarige samen met zijn ouders een bezoek gebracht aan het srilankaanse museum waar de doos tentoongesteld werd. Hoe deze uit India verdween, of deze ook naar Engeland werd gebracht, en of, en wie, de doos naar Sri Lanka verscheepte lijkt onbekend te zijn, maar de oorspronkelijke uitgraver, Cunningham, kan de eerste zijn geweest die er de hand op legde. Even naar Engeland, of naar Europa meenemen wat je als mooi of interessant overkwam gebeurde in die jaren aan de lopende band, zowel in India als in China.

■ In een bericht over een bezoek van srilankaanse monniken aan Sarnath in India was sprake van de Tibet-Sri Lanka Buddhist Brotherhood Society. We vinden het op de eigen internet-pagina terug als de Sri Lankan Tibetan Buddhist Brotherhood Society.
Daar lezen we dat de vereniging de kennis over de gezamenlijke boeddhistische cultuur onder de aandacht wil brengen. Ze staan een uitwisseling voor van monniken en burger-studenten. Onder het kopje "organization" (amerikaanse z, geen britse s) valt niets meer te bekennen, hoewel het bovengenoemde krantenbericht spreekt over een bestuurslid van deze SLTBBS.
Het laatste bericht dat deze vereniging publiceerde stamt uit januari van dit jaar, en wel in het sinhala, de meerderheidstaal van Sri Lanka. De engelstalige vertaalknop werkt evenmin, maar via de online vertaalfunctie komen we een "Inauguration of third phase of Pali and Sanskrit International Monk Exchange Program in India" tegen, een initiatief dat vanuit Sri Lanka gekomen moet zijn, niet vanuit de buiten het land verkerende Tibetaanse aanwezigheid.
Dat is niet verwonderlijk gezien de oprechte bezorgdheid vanuit de oude school, het theravāda, waar men vooral in de Himalayas een insluipen van oneigenlijke leerstellingen constateert, zowel vanuit het pre-boeddhistische bön als vanuit het kashmiri saivisme.

Sri Lanka




Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.

Stichting onder nummer 20138036.