|
Hoewel in hoofdstuk Drie reeds enkele bronnen van zen aan het daglicht kwamen, is het waarschijnlijk hoofdstuk Vier met zijn punt-voor-punt behandeling van een serie onderwerpen dat de Lanka de roep heeft bezorgd een van de belangrijkste basisteksten voor de zen-praktijk te zijn. Weliswaar wordt hier nog steeds verklaard dat de geleerden, resp. de geleerde religieuze praktikanten uit niet-boeddhistische stromingen het bij het verkeerde eind hebben, maar de hitte van het debat met deze stromingen is er af. Aangenomen moet worden dat grote delen van dit stuk uit de pen der chinese meesters kwamen.
Dan zijn er, terwijl toch al in hoofdstuk Twee definitieve woorden werden gewijd aan dit onderwerp, in hoofdstuk Vier tekstgedeelten die verder gaan met een poging de tathāgata-gàrbha-filosofie te verenigen met die van de enkel-bewustzijn-leer.
Voorts zijn er, naast al eerder voorkomende verhandelingen over de onvernietigbaarheid van de dharmakāya, en over het momentaan zijn van alle dingen, opnieuw passages over deze onderwerpen - uiterst inspirerend voor al diegenen die de meditatiemat als hun werkplaats beschouwen. Het is mogelijk dat de dharmakāya-leer, vanaf het moment dat de Lanka bekendheid kreeg in China, extra aandacht ontving onder invloed van de daar beleden daoïstische filosofie.
Hoofdstuk Vier bevat voorts een passage over vegetarisme, overwegingen die in latere sets bodhisattva-geloften zouden worden geïntegreerd; dit tekstgedeelte is ongetwijfeld eveneens een latere chinese toevoeging.
Er is overwogen de laatste tekst uit dit hoofdstuk, nl. de dharanī niet op te nemen daar dharanī geen functie en werking hebben wanneer ze niet op de juiste wijze worden uitgesproken. Aangezien echter maar zo weinig mahāyāna-teksten in het Nederlands zijn overgezet, is het niettemin toegevoegd.
|
Vertaling: bhiksuni Ratana.
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor boeddhisme
|
|